Blue Flower

Aangezien we al weer een aantal jaartjes de trotse bezitters zijn van een sleurhut wordt het programma “we zijn er bijna…”met veel plezier bekeken. Hierdoor komen we soms op ideeën – en ook dit keer toen we naar de serie uitzendingen keken die gingen over Ierland.
Met een routekaart van de ANWB en een tekstmarker werd bij iedere uitzending gemarkeerd wat wij interessant vonden. Daardoor was de bestemming van onze zomervakantie dit jaar vastgelegd.
Vervolgens werd de winter weer besteed aan lezen, zoeken op internet en kaarten en wandelgids aanschaffen in onze favoriete reiswinkel Interglobe in Utrecht.
Ook de campings warden al vastgelegd – ondanks het weer trekken de Ieren er in de zomer massaal op uit en m.n. de Ring of Kerry zit in de zomer overvol…..

Enkele dagen vóór vertrek kregen we een bericht van de veermaatschappij: door technisch onderhoud was onze boot uit de vaart genomen en of we over wilden boeken naar de nachtboot?
Hierdoor vertrokken we niet alleen eerder, maar kregen we ook nog eens het geld vande enkele overtocht terug! Dus daar hoefden we niet lang over na te denken!

En zo werd onze “Hapusrwydd “op 25 juli in tropische hitte (al meer dan 4 weken heet weer en de laatste 2 dagen zelfs 40°C!) aangekoppeld. En nu maar hopen dat het in Ierland inderdaad koeler is, hahahahahaha!
Na een paar uurtjes rustig rijden kwamen we bij de Eurotunnel en konden we eerder mee dus zodoende stonden we om 09.30 uur al op Engelse bodem en kon er in alle rust naar de tussenstop in Salisbury gereden worden. Ook hier is het behoorlijk warm maar met de airco en de Tour de France op tv hebben we heerlijk van de namiddag en avond genoten.

De volgende ochtend reden we bijtijds aan en na enige drukte t.h.v. Bristol reden we Wales binnen en in een rustig tempo richting Fishgurad. Dat verliep allemaal zo voorspoedig dat we om 17.00 uur besloten niet naar de geplande camping te rijden maar op een ruime, mooie parkeerplaats buiten Fishgurad te stoppen, te eten, even te rusten zodat we om 20.30 uur bij de haven konden inchecken.
Om 22.30 uur konden we boarden en aangezien er genoeg stoelen waren en de zee heel kalm was hebben we ruim 3 ½ uur kunnen slapen en stonden we om 04.30 uur in Rosslare.

We besloten niet te wachten tot de supermarkt open zou gaan maar door te rijden op de route naar Bantry.
Om 08.00 uur waren we in Waterford en besloten daar bij de Tesco boodschappen te doen en de camping te bellen of we één dag eerder konden komen. Dat laatste was geen probleem en zo reden we via de scenic route naar Bantry waar we eind van de middag op de prachtig gelegen Eagles Point campground aankwamen en een heerlijk rustig plekje op de punt, aan het water en met uitzicht op beide schiereilanden in het zonnetje de caravan neer hebben gezet.
Vanaf nu dus heerlijk genieten!
In de dagen erna hebben we de omgeving verkend en m.b.v. de wandelgids prachtige wandelingen gemaakt op Mizen Head en Sheep’s Head (en onderweg heerlijk lunchen in de pub)  en via Seefin Viewpoint terug naar de camping.
Via het prachtige Killarney National Park naar Killarney waar we niet alleen hebben rondgekeken maar ook hebben gewinkeld en heerlijk hebben gegeten.
Op de terugweg gaf de TomTom een korte binnendoorweg aan – en dat bleek echt weer een typisch Caris-weggetje te zijn: de auto paste maar net op de weg, de weg liep alleen maar steil omhoog, het onkruid stond er hoog en uiteindelijk op de top bleken we in een prachtig veengebied te staan met uitzicht in de verte op Bantry en de baai.
We snappen nu ook waarom het “Priest’s Leap “heet…
Daarna moest de afdaling ingezet worden en warden we op een gegeven moment opgehouden door een boer die met zijn zoon kalveren aan het verweiden was. En aangezien we het niet erg vonden om te wachten en Ieren graag een praatje houden hing de boer al gauw gemoedelijk leunend over het portier en werd er heel wat besproken over het boeren in Ierland……… Uiteindelijk reden we weer verder en kwamen aan het begin van de avond weer op de camping en genoten we nog even na van deze bijzondere en mooie dag.

De wandelschoenen stonden nog steeds om aandacht te schreeuwen en zodoende vertrokken we al vroeg richting het zuidelijke puntje van het schiereiland Beara. We deden er nog ruim een uur over! Eenmaal daar aangekomen bleken we de eerste wandelaars te zijn en was de operator van de cablecar er nog niet….. Dus was er alle tijd voor koffie (die rijdende koffiebar stond er al!) en om 09.15 uur kwam de cablecar in beweging en waren wij de allereersten die naar de overkant werden getransporteerd ! Een leuke en opzienbarende ervaring: de stro en schapenstront lagen er nog in……. en er hing een psalm aan de muur geprikt, mocht je daar onderweg behoefte aan hebben…!
Eénmaal aan de overkant stapten we onder een stralend zonnetje in een strakblauwe hemel uit en gingen we het enige wandelpad op van dit 6,5 km lange en 1,5 km brede eiland.
En we hebben genoten !!!!!
Onderweg alleen maar mooie uitzichten, veel schapen, prachtige natuur ..en een verkeersbord waaruit blijkt dat je op deze gravelweg met je auto 100 km mag…hoe dan?

Aan het eind van het wandelpad sta je op het zuidelijkste puntje en zie je heel in de verte de Skellig Islands liggen (Star Wars film), hoor je alleen de zeevogels, de golven, de wind en eten we in de zon onze sandwiches. Wat wil een mens nog meer?
Hierna beginnen we aan de korte,steile klim naar de uitzichttoren en eenmaal boven is het uitzicht deze inspanning meer dan waard!
Via een prachtig wandelpad lopen we verder over het eiland en komen rond 15.00 uur terug bij de cablecar en zien tot onze stomme verbazing dat er aan de overkant nog hordes mensen staan te wachten om over te mogen. Aangezien er maar 6 personen max in kunnen vragen wij ons af waarom je nog over wil… de laatste overtocht is n.l. om 18.00 uur…..
Wij hebben het er in ieder geval opzitten en nemen mooie herinneringen mee terug!
Via de prachtige kustweg en Allihies (fish and chips in O’Neill”s Bar) rijden we via de Healy Pass terug naar de camping.

Om de volgende dag te gaan wandelen in Killarney National Park.
De waterval is leuk, maar niet spectaculair en de wandeling rondom de meren is mooi – het laatste stuk lopen we door hoge varens en is het maar goed dat we Garmin bij ons hebben Hierdoor komen we uiteindelijk bij Muckross House uit en via een kort wandelpad komen we weer terug bij ons startpunt.

‘s Avonds heerlijk genieten van een mooie avond en in de krant lezen we over het Kilkenny Arts Festival. Aangezien we van onverwachte dingen houden kopen we tickets voor een bewerking van Shakespeares “Much ado about nothing“ en zien dan wel ..

Ondanks de slechte weersvoorspelling gaan we de volgende dag toch de Ring of Kerry op en rijden naar Derrynane – we kunnen nog net naar de abdij op het eilandje lopen omdat het tij gunstig is maar eenmaal daar aangekomen zijn we net onderweg voor een rondwandeling als er een enorme regenbui en harde wind vanuit zee komt opzetten. We zijn erg snel terug bij de auto en besluiten terug te gaan en ons voor te bereiden op de verplaatsing voor morgen. Een lekker biertje helpt daarbij..!

De volgende dag rijden we via de Caha Pass naar boven richting de kust en eindigen begin van de middag via een smalle brug en straat in Doolin op de camping – gelegen naast de haven en een publieke parkeerplaats.
Daar merken we echter weinig van doordat deze camping zeer ruim is opgezet. Het uitzicht is ook fantastisch: aan de ene kant de kliffen van Moher, de andere kant de Innishmore Islands.

We hebben zelfs nog tijd om terug te rijden naar Ennistymon waar een bijzonder goed uitgeruste supermarkt zit (ze verkopen er zelfs diverse soorten Franse kaas!) en maken na het eten een mooie wandeling langs de kust en genieten van het uitzicht.
In de haven boeken we in een opwelling een boottripje naar Innishmore – en hopen er morgen het beste van….
…..en we worden beloond! De volgende ochtend is het strak blauw, de zon schijnt en de zee is heel erg kalm en zo varen we met de eerste boot richting Innishmore.
Na 1 ½ uur varen leggen we aan, huren een paar fietsen (goedkoop !) en verkennen al fietsend dit prachtige eiland! Er zijn witte stranden, blauwe baaien, uitgestrekte velden, schapen en een prachtig gelegen ford uit de Ijzertijd.
Veel te snel moeten we weer terug op de fiets en nemen de laatste boot terug die met een kleine omweg langs de kliffen van Moher vaart.
Zeer zeker een aanrader want op deze manier zie je pas goed hoe hoog – en mooi – deze kliffen zijn!

 

 

‘s Avonds bekijken we de kaart en besluiten we om de morgenvroeg met de auto naar het startpunt van de kliffen te rijden: de Cliffs of Moher Liscannor Walks.
We zijn de eersten die om 07.30 uur de auto parkeren op de enige zeer kleine parkeerplaats  (max 20 auto’s) die hier in de wijde omgeving beschikbaar is: het huis dat aan het startpunt ligt van de Liscannor Walks. Er staat een soort van brievenbus waarin je het parkeergeld gooit (via een camera wordt dit gefilmd). Eenmaal aan deze verplichting voldaan lopen we via het enige wandelpad naar het startpunt dat d.m.v. een bord wordt aangegeven : The Burren Way. Deze loopt over de kliffen tot aan de camping bij Doolin en is ruim 14 km lang. Halverwege kom je bij het Visitor Center en een tweede toren.


Aangezien het nog vroeg is hebben we het wandelpad tot aan het visitor center voor onszelf. Gelukkig zit hier een goede koffieshop met uiteraard energierijk gebak erbij en vervolgens lopen we verder. Aangezien het inmiddels 09.30 uur is en de eerste bussen met bezoekers zijn gearriveerd is het hier behoorlijk druk maar we lopen er al snel uit aangezien er niet veel wandelaars tussen zitten…..
Bij de oversteek van de openbare weg  R478 wordt duidelijk dat dit een drukke weg is – de auto’s en bussen staan hier gewoon stil…….. Dat gezien hebbend besluiten we dat Anton aan het eind van de middag op zijn racefiets de auto gaat ophalen en via een andere weg naar de camping terug komt….
Maar voor nu hebben we er geen last van omdat we het wandelpad over de kliffen verder vervolgen. En dit leidt van het ene mooie uitzicht naar  het andere mooie uitzicht! Een mooiere lunchplek is er niet dus na een half uurtje rustig zitten en eten lopen we het laatste stuk naar de camping.
Na een lekker kopje thee pakt Anton zijn racefiets en gaat hij terug naar waar we vandaan komen en via een ietwat langere weg is hij aan het eind van de middag weer terug op de camping.
Het is al weer onze laatste avond hier en besluiten naar de pub te gaan waar die avond een “trad”is: live Irish music…..
De pub is bere-gezellig, het eten goed en de Ierse muzikanten zijn fantastisch – ze weten de boel heerlijk in the mood te krijgen maar helaas hebben ze tijdelijk 2 Engelse muzikanten erbij (een echtpaar) dat typisch Engelse meezingers speelt… en dat zorgt ervoor dat de stemming gigantisch inzakt…. Dus na een half uurtje besluiten we (in de regen) weer terug te lopen naar de camping.

De volgende ochtend vertrekken we in druilerig weer richting het noorden en komen we aan het eind van de middag via een prachtige weg en een zeer hobbelig, nauw toegangspad aan bij Clifden Eco Beach campground. De ligging is spectaculair, we krijgen een plekje bij het strandje en genieten al vrij snel.
Enige minpunt aan deze camping is het sanitair – er zijn maar 2 douches, in een oude schuur en niet al te ruim….en de camping zit zo goed als vol, dus wil je optimaal gebruik maken van je dag moet je er vroeg (of heel laat) bij zijn anders is het lang wachten geblazen….

Ook hier is heel veel in de omgeving te doen: wandelen in Connemara National Park (heel mooi!), Kylemore Abbey (inclusief harpconcert in het kerkje ), Killary Fjord, dwars door een immens turfgebied (waar ze nog veel turf steken!) zoeken naar het huis van Patrick Pearce – de moeite van het omrijden waard - al was het maar voor de vele zonnedauw die je hier in de bodem vindt. 
Wat voor ons hier een absolute topper was is de wandeling over Omey Island.
We hadden in de afgelopen dagen op verschillende tijden auto’s over het strand zien rijden en vroegen ons af waarom dat was… dus de volgende dag de wandelschoenen aan en naar het strand gereden – de timetable voor het getij was gunstig dus wij met de auto over het strand naar de overkant en over de enige weg (nog geen kilometer) doorgereden en op het eindpunt in de berm (…) geparkeerd.
Het werd een wandeltocht met de Garmin want het pad was nou niet overduidelijk zichtbaar – maar wat een juweeltje van een eiland! Misschien ook wel omdat de zon volop scheen en de lucht strak blauw was…..
We kwamen zelfs nog een kokkelvisser tegen en zoals we inmiddels gewend zijn van de Ieren was ook deze Ier niet wars van een praatje…. Daarna de wandeling verder afgemaakt en ondertussen wel de tijd in de gaten houden want als de vloed zou opkomen had je erg weinig tijd om over te steken – dat gaat hier nogal snel……
Dat levered geen enkel problem op en zodoende hadden we nog tijd over om de Sky Scenic Road met het graf van Peter O’Toole  en de fantastische uitzichten  te rijden en heerlijk te eten in Mitchell’s restaurant in Cliffden.
Aan het eind van de middag kwamen we volledig uitgerust en verzadigd weer op de camping terug en konden we in alle rust de volgende verplaatsing voorbereiden.

De volgende ochtend reden we in alle rust richting Tipperary – net buiten dit plaatsje ligt de camping in de Glen of Aherlow.
De camping is mooi, ruim opgezet en schitterend gelegen – maar wel aan de regenkant….. Toch mag dat de pret niet drukken want ook hier is in de omgeving genoeg te doen.
We bezoeken the Rock of Cashel, Hore Abbey, Holy Cross Abbey, de prachtige ruïnes van Athassel Priory (met een onduidelijk toegangspad dus klimmen over een hek en dwars door een weiland), wandelen naar Lake Muskry (dat we halverwege de berg afbraken vanwege de wind en het regenwater dat het wandelpad kwam afstromen) en natuurlijk naar Kilkenny.
Niet alleen vanwege de bezienswaardigheden in de stad maar ook omdat we kaartjes voor het Arts Festival hebben.
Op het terrein van St. Kieran’s College is een tribune opgesteld en een klein décor.
Het gezelschap heeft een moderne twist aan dit Shakespeare werk gegeven en we liggen ruim 3 uur dubbel van het lachen! Zo leuk hadden we het niet verwacht en maakt taaie kost bijzonder verteerbaar!
We besluiten nog wat te eten en rijden daarna ruim 1 ½ uur weer terug.

Dan is het na een paar dagen al weer tijd om naar de laatste stop te gaan: St. Margaret’s Beach campground net buiten Rosslare.
Bij aankomst blijkt het terrein te koop te staan maar de camping is nog open… er zijn wel veel vaste standplaatsen en de plekken zijn klein maar het is maar voor één nacht.
We waaien heerlijk uit op het prachtige strand en ruimen ‘s avonds de caravan helemaal op.

De volgende ochtend om 06.00 uur staan we op en rijden om 06.30 uur de camping af en staan nog geen 15 minuten later bij het incheckpunt voor de boot.
Dit keer steken we over bij daglicht en hebben wederom geluk: de zee is zo glad als een Spiegel, de zon schijnt volop en na 3 uur varen komt Wales in zicht: St. David’s Head (waar we een par jaar geleden met Tom hebben gekampeerd en gewandeld).
Het uitchecken gaat heel snel en zo rijden we al weer richting Salisbury.
De dag erna gaat het zonder problemen naar de Eurotunnel en staan we eind van de middag op Franse bodem.
Het laatste stuk naar huis verloopt ook vlot en zo parkeren we na 4 weken de caravan om 20.30 uur op de oprit.

Ierland: een geweldige bestemming – en we komen er terug!