Ook dit jaar was het in de wintermaanden weer DE vraag in huize Caris: wat gaan we deze zomer doen?
Aangezien we oom Harold aan het begin van dit jaar hebben begraven en tante Lenie alleen kwam te zitten , in een nieuwe woonomgeving en het met haar gezondheid niet zo goed gaat besloten we de banden met de Engelse tak van de familie verder te versterken. Dus: Cornwall en Devon.
De Lonely Planet Guide, internet en diverse websites verder leveren voldoende informatie op.De Eurotunnel wordt geboekt (nee, Angela vaart nog steeds liever niet!), de camping halverwege de route naar het puntje van Cornwall en de camping bij Prussia Cove worden vastgelegd (Google Earth levert mooie plaatjes op).
Dit jaar geen gedoe met de auto, met de rug van Anton en het werkverkeer dus op 12 juli rijden we ‘s morgens op tijd aan en zijn rond 12.00 uur bij de tunnel. Daar is dan wel weer gedoe “due to incident in the tunnel” en ontstaat er een vertraging van 90 minuten. Dat wordt uiteindelijk 28 minuten later dan gepland dus we zijn alsnog op tijd aan de overkant en tegen het eind van de middag rijden we onder een mooi avondzonnetje boven Stonehenge de camping in Orcheston op.
Even zoeken, korte bocht, krappe doorgang maar wel op een prachtig veld! De pootjes zijn gauw uitgedraaid, de eigenaar heeft koud bier en zo eten we heerlijk in een avondzonnetje en hebben gezellige praat met de buren die uit Nieuw-Zeeland komen.
De volgende ochtend zijn we vroeg wakker, kunnen nog net langs de afzetting van de wegwerkzaamheden (met escorte tot de hoofdweg- British hospitality!) en rijden we via allerlei hoofdsnelwegen al gauw langs Exeter (daar staan we over 3 weken) richting Penzance. Vlak ervoor draaien we af en vlak bij de pub zien we een bordje “Prussia Cove“. Al gauw wordt de weg smaller en smaller – zitten we echt wel goed? Dit is niet het plaatje dat we kennen van Google Earth…. En dan komt er ook nog een tegenligger aan. Die duikt vrolijk het weiland in en geeft aan dat “iets verderop wel wat tentjes staan, maar een camping? Nee, die hebben ze niet gezien….”
Mmmm…. Inmiddels schrapen de braamstruiken langs de raampjes van de caravan, klapt de spiegel van de auto in en met enige angst rijden we stapvoets verder. Keren kan hier niet met de caravan dus hopen we op een grasveld waar we kunnen afkoppelen. Dan een bocht en ….. een groot hek met een klein houten bordje: campers welcome. Please call if jou don’t have a reservation” … en zo hobbelen we een schapenveld op. De schapen staan in het weiland ernaast. Via de telefoon hebben we onze plaats doorgekregen en wat blijkt? In het uiterste hoekje van het veld, boven op de klif met uitzicht over zee. Wat willen we nog meer!!
De camping zelf stelt niet veel voor; behalve de stroompalen is er een klein hokje met buiten 3 afwasplaatsen, binnen een sanitair deel voor mannen en vrouwen elk met 2 douches, 2 toiletten en 1 wastafel. Pluspunt: een klein bakkerijtje ernaast met elke dag vers brood, broodjes en heerlijke zelfgemaakte taart!.
Nadat we alles hebben geïnstalleerd lopen we een klein rondje over een public footpath en krijgen een spectaculair uitzicht over de baai en Mount St. Michael.
De volgende dag rijden we naar Penzance voor de grote inkopen – genoeg supermarkten, een levendige winkelstraat en haven. Gezellig druk. En de boekhandel is ook gauw gevonden. Daarna is het genieten van de zon en mooie uitzichten.
Het weer blijft mooi, dus de rugzak gaat om en via de Coastal Path (dat naast de camping loopt) wandelen we via een prachtig pad naar Cuddens Point – Perranuthnoe (fantastische strandtent met goede kaart!) – naar Marazion – waar we al gauw het pad naar St.Michaels Mount vinden .
Wachten tot het laag tij wordt (broodje eten) en stapvoets over het pad achter het wijkende water aan naar de overkant – waar alles dicht is. Zaterdag is de enige dag dat het dicht is om de bewoners op het eiland de broodnodige rust te geven. Dus na een korte rondwandeling lopen we weer terug naar het dorp, zoeken de bus en rijden terug naar de camping. Via de (enige) nauwe toegangsweg de laatste 1600 meter lopen en dan verzadigd bij de caravan genieten van de zon en een wijntje.
We hebben de smaak te pakken dus de volgende dag weer rugzak om en nu de andere kant op – maar al gauw wordt het zwaar vanwege de vochtige, drukkende warmte. Dus na 5 km komen we in Praa Sands en is het 5 minuten wachten op de bus die ons weer bij de weg naar de camping afzet. De rest van de dag wordt er geluierd en genoten van het mooie weer.
Hierna volgt een stralende dag dus we gaan weer naar St.Michaels Mount – dit keer met de auto. Eenmaal weer bij de toegangsweg is het nog steeds hoogwater en moeten we wachten tot 15.30 uur. Dus we nemen het bootje en laten ons afzetten. Eenmaal tickets gekocht begint de zeer steile klim door de prachtige tuin naar boven. Boven worden we beloond met een fantastisch uitzicht over de baai – en een grote groep foeragerende dolfijnen! Na een half uur kijken in de zon zoeken we koelte van de kerk op – ook binnen meer dan de moeite waard. Opvallend detail: enkele gebrandschilderde raampjes hebben een Nederlandse tekst. Vermoedelijk door Marie Antoinette meegebracht . Zij verzamelde dit soort glazen raampjes… De kapel is ook erg mooi en vanaf die kant hebben we een mooi uitzicht over Marazion en het achterland. Eenmaal beneden gaan we weer met het bootje naar de overkant en rijden we verder naar Land’s End..
Scheveningse drukte x 100! Maar ook hier mooie uitzichten, natuurlijk de bekende wegwijzer en … een tentoonstelling over Shaun the Sheep! Na een heerlijke Cornish Pie en wat inkopen rijden we terug naar de camping.
Het wandelen is tot nu toe goed bevallen, de weersvoorspelling is goed dus met routeboekje, rugzak en camera rijden we eerst naar Helston. Vanaf de parkeerplaats lopen we het wandelpad op (even zoeken) en onder het geluid van de nabijgelegen militaire vliegbasis lopen we langs de rivier naar Loe Pool en Carminowe Creek. Loe Bar is vanaf hier goed te zien. We zien de lucht betrekken en het wordt benauwder en zien in de verte een donkere onweerslucht richting zee wegtrekken. Wij blijven echter in de zon en besluiten door te lopen. Bij Halzephron Cliff wordt het pad inderdaad steiler en ruiger en Church Cove is een plaatje. En de deur in dit kerkje ..? Is dat niet het kerkje dat we in “ Poldark” hebben gezien? Bij Poldhu Cove is de klim langs het verzorgingstehuis best pittig,maar achter dit tehuis ligt het Marconi-monument. Het laatste stuk naar Mullion Cove is pittig, warm en we zien donkere luchten overtrekken – en ook flink wat helikopters…of er is een oefening, of er is een calamiteit. Eenmaal in het dorp is het even goed zoeken naar de bushalte en al gauw staan we weer in Helston bij de auto en doen we inkopen in de supermarkt naast de vliegbasis.
De helikopters vliegen af en aan…..
De volgende dag weten we waarom: het noodweer dat we zagen overtrekken heeft voor een enorme modderstroom gezorgd die dwars door het dorpje Coverack is getrokken. En die wandeling willen we vandaag maken – dus niet….. hulptroepen zijn bezig met opruimen. Dus we pakken de auto en rijden van St.Ives naar Zennor. In de nabijgelegen pub “Gurnards Head“ (zonder reservering, maar gelukkig toch een leuk plekje in een alkoof!) heerlijk gegeten. Niet goedkoop, maar wel heel erg lekker…!
En daarna in het wilde weg goed moeten zoeken naar het wandelpad richting Men-an-Tol en the Nine Maidens. De eerste vonden we vrij snel, de tweede hebben we ondanks al het dwalen met een volle maag niet kunnen vinden. Wel de Ding-Dong –Mine….. (later bleek dat je de Nine Maidens vanaf de Dind-Dong-Mine kunt zien liggen – en daar liep het wandelpad…)
Maar goed, eind van de middag, volle buik en moe dus we besluiten via Penzance en de wishing well naar de camping te rijden. We pakken nog mooi even een avondzonnetje mee – en de bar ging op tijd open….
Om de volgende dag onder een stralend blauwe hemel naar St.Agnes te rijden en op het piepkleine parkeerterreintje bij een ontzettend vriendelijk, oud , niet te verstaan baasje, de auto te parkeren, rugzak om, camera aan en wandeling 23 uit het boekje (Rother) gelopen: de MOOISTE wandeling uit het boekje.
Maar dat komt misschien ook omdat de lucht strakblauw is, er een zacht briesje uit zee waait en de uitzichten hier SPECTACULAIR zijn. Op Newdowns Head bloeit de hei zelfs al en de vele wheals maken het plaatje compleet. En ja: de Towanroath Enginehouse is een plaatje!
Vervolgens loopt het pad verder via het schitterende Chapel Port hen daarna werd het een beetje zoeken.De route uit het boekje liep namelijk door het weiland van een boer en daar stonden enorme stieren…. Dus we besloten maar om te lopen en kwamen zodoende via het dorpje St.Agnes weer op het pleintje bij de auto. Tevreden en verzadigd van zoveel moois kwamen we weer bij de caravan. Even inruimen, opruimen en klaar maken voor vertrek.
Het vertrek leek overigens wel op een aflevering van “we zijn er bijna”…….
Angela lopend over het smalle weggetje met de telefoon aan het oor, Anton in de auto met de telefoon aan. En maar goed ook, want er is zo vroeg op de ochtend flink wat tegenverkeer – dat begrip heeft voor de situatie en op het erf van de boer wacht. En zo kan Anton in alle rust tussen de braamstruiken door naar de hoofdweg rijden… Uiteindelijk moeten we er hard om lachen!
Via de snelweg rijden we binnen het uur en met enig zoeken naar de camping in Tintagel. Daar komen we rond het middaguur aan en kunnen nog net voor de middagsluiting het terrein op. Een schitterende camping, boven op de kliffen en met uitzicht over zee. De Coastal Path loopt ook hier weer naast de camping dus onder een zakkend zonnetje lopen we nog een stukje en genieten van de avond. We vinden de camping en omgeving zo mooi dat we ter plekke een paar dagen bijboeken en de camping in Exeter afbellen. Alles wordt door de vriendelijke medewerkers aan de balie voor ons geregeld. Klasse!
Om de volgende dag wakker te worden onder een strakblauwe hemel. Dus: wandelschoenen aan, rugzak om, camera mee en wandelen naar Boscastle en Rocky Valley (Rother: wandeling 38). Ook dit is een SPECTACULAIRE EN MOOIE wandeling. Vlak bij de camping ligt “Ladies Window” en iets verderop een stevige klim over een klif heen. Daarachter ligt de aanloop naar het natuurlijke haventje van Boscastle. In een piepklein karakteristieke en rustiek gelegen lunchroom werd de inwendige mens verstevigd en vervolgens via een zeer steile klim in het dorp naar boven en achterlangs door de diverse weilanden (al dan niet met schapen, brandnetels en stront…) door naar St.Nectans Glen. Een beetje commercieel maar uiteindelijk mooi en rustgevend. Van daar uit doorgelopen naar Rocky Valley – erg mooi vanwege het woeste karakter en de vele kleurige bloemen die hier bloeien. Het is even zoeken naar de “ wereldberoemde” spiralen in de rotsen maar met een beetje speurwerk vinden we ze uiteindelijk wel.Een flinke klim naar boven maakt dat we op het wandelpad onder en langs de camping uitkomen. Voldaan vallen we bij de caravan neer en genieten in het zonnetje nog even na.
De wind trok in de loop van de avond aan en zodoende stonden we de volgende dag met wisselvallig weer op. Toch de rugzak om, camera mee, regenjack aan en via het coastal path terug naar Rocky Valley en op de splitsing richting Tintagel over de Bossiney Cliffs. Dit zijn de kliffen waar we vanuit onze stoel op kijken.
Een flinke klim brengt ons tot op de kliffen en we zien het slechte weer over zee aankomen. We vinden een groot rotsblok en kunnen er, weliswaar gehurkt, onder schuilen. Eenmaal in het dorp is het even zoeken naar de entree tot Arthurs Castle en komen daarbij langs een lunchroom. Eerst de inwendige mens dan maar versterken. Vervolgens kaartjes kopen en besluiten we te lopen i.p.v. de landrover te nemen. (we begrijpen iets verderop waarom). Merlins Cave ziet er niet echt bijzonder uit dus we besluiten naar boven te lopen. Via een prachtige hangbrug komen we op de uiteindelijke rots waar volgens overlevering het kasteel van Arthur moet hebben gestaan. De vergezichten over zee en de ruige kustlijn zijn prachtig!
Sinds een jaar staat hier ook een beeld van Arthur – inderdaad prachtig gemaakt en geheel passend in het landschap. Erg mooi!
Via dezelfde weg lopen we terug naar het – toeristische – dorp Tintagel en nemen daar de bus naar de camping.
De volgende dag is een hangdag – met flink wat was en droogwerk en boodschappen doen in het dorp een half uurtje rijden verderop. De weersvoorspelling wordt minder dus via internet bestellen we tickets voor the Eden Project. Hiervoor moeten we een flink stuk terug richting Penzance en naar beneden maar na een uurtje rijden staan we voor de bekende koepels – samen met honderden andere mensen die de regen willen ontvluchten…. Gelukkig is het terrein groot genoeg en kijken we onze ogen uit. De grootste koepel met het regenwoud heeft sinds dit jaar een groot uitkijkplatform bovenin. Heel mooi! Anton had de Garmin meegenomen en achteraf bleek dat we er ruim 6 kilometer hebben gelopen!
De volgende dag is droog dus we rijden naar Clovelly – het “grootste“ open luchtmuseum. Erg knus en kneuterig maar wel leuk om te doen.
Helaas zitten de extra dagen er op en ruimen we de caravan weer in om richting Dartmoor National Park te rijden. Binnen het uur rijden we de kleinschalige maar keurige camping in Lydford op. De mensen daar zijn erg behulpzaam en we staan nog voor de middagboterham helemaal ingericht op de ruime plek. We lopen even het kleine dorpje in en zien dat we dicht bij Lydford Gorge staan. Helaas is de route door de Gorge afgesloten vanwege een omgevallen boom op het lager gelegen wandelpad. Kwestie van elke dag informeren of het geopend is of niet. Er moeten ook weer inkopen gedaan worden dus we rijden naar het nabijgelegen Tavistock –een mooi rustiek plaatsje met genoeg winkeltjes en supermarkten.
De weersvoorspellingen zijn gunstig dus de volgende dag rijden we naar Sheepstor – ja, inderdaad …… een dorpje met 3 boerderijen, een kerktoren en heel veel schapen! Het laatste stuk weg is zo smal dat we links langs de beek rijden en rechts langs een stenen muurtje. We hebben de Garmin nodig en hebben een klein stukje verkeerd gelopen om het begin van onze wandeling te vinden: wandeling 12 Giant’s Basin. Bij deze wandeling lopen we echt alleen maar over “the moor” en zompen we heerlijk weg af en toe. Er kruipt zelfs een salamander door het vochtige veenmos voor de schoenen van Angela uit. De enorme “tors” zijn prachtig om te zien en makkelijke oriënteringspunten m.b.v. de Garmin – ook al is de wandeling uitgebreid beschreven in het boekje, visueel is er geen duidelijk pad te zien. Zoveel mensen lopen hier nou ook weer niet! Via Legis Tor komen we bij het riviertje de Plym en zien we niet alleen koeien en schapen maar ook onze eerste wilde paarden. Het wandelpad is hier en daar overstroomd door talloze kleine beekjes en al zigzaggend komen we bij Ditsworthy Warren House. Van daar uit lopen we een volgende valley in: Giant’s Basin met prachtige stenen formaties en een grafheuvel. Met heel veel speurwerk, de Garmin en kordate beslissingen vervolgen we het pad – dat hier niet meer zichtbaar is maar uiteindelijk komen we na de beklimming van de zoveelste heuvel op de top en kijken in de diepte neer op het parkeerplaatsje (lees: 3 plekken in de berm). Rustig afdalend komen we weer bij de auto en jawel: in Sheepstor komt de schaapskudde met de schaapsherder op een quad ons tegemoet…. En het is smal.
In Lydford Gorge bezoeken we de kerk en rijden rustig terug naar de camping. Een rustige avond met de laatste Poldark…
De volgende ochtend rijden we naar Buckland Abbey – het huis van Sir Francis Drake. Een mooie overzichtstentoonstelling over de periode waarin hij leefde en een tentoonstelling met werk van de kunstenaar Andrew Logan. Het werk in de grote schuur vinden we het mooist: graanhalmen met muisjes. Er staat een prachtig beeld van een otter in de tuin en wat blijkt? Door heel Dartmoor National Park staan 100 beelden van otters en bewerkt door diverse kunstenaars. Angela heeft een doel…
De volgende dag met wandelschoenen, rugzak, camera en wandelroute 6: (Haytor Rocks) weer op pad. Onderweg komen we nog wat otterbeeldjes tegen en op de parkeerplaats staat een koffiebar met heerlijke warme cappuccino! En zo beginnen we aan onze wandeling. Achter Haytor Rock ligt de Haytor Quarrie. Van daar uit is het even zoeken maar al gauw lopen we op het wandelpad en lopen we door manshoge varens richting de rivier naar Top Tor en Saddle Tor. In de verte zien we Haytor Rock al weer liggen en zijn we na een flinke wandeling weer terug bij de auto. Via Widecombe in the Moor en het mooie kerkje rijden we via hele smalle en steile weggetjes terug.
We snappen nu waarom er hier geen campings met caravanplaatsen zijn: de weggetjes en bijbehorende bruggetjes zijn te smal…. Nog even stoppen bij quirky Pixieland (met otter!) en bezoeken we HMP Dartmoor Prison – een klein indrukwekkend museumpje. Helaas mogen er geen foto’s gemaakt worden. …
Inmiddels regent het dus we rijden terug naar de caravan. We snakken inmiddels naar wat leven en besluiten naar Exeter te rijden. We parkeren in de buurt van de kathedraal die meer dan de moeite van bezoeken waard is. Prachtig! Daarna dwalen we door de vele straatjes richting de haven en weer terug naar het centrum. Heerlijk lunchen op een terras, inkopen doen en eind van de middag weer terug.
Op de camping horen we dat de Gorge waarschijnlijk morgen open gaat. ..dus we staan op tijd bij de entree en lopen via de Lydford kant bovenlangs naar de andere entree en eten daar in het zonnetje een heerlijke sandwich en lopen via een volgend otter-beeld naar de waterval en doen wat iedereen doet: poseren. Via het onderpad lopen we door de smalle Gorge richting de Devils’ Cauldron. Hier komen we de boom tegen die het pad heeft versperd: in stukken gezaagd … Via de Devils Cauldron lopen we naar het startpunt en terug naar de camping. Bij de pub drinken we een lekker biertje.
Eenmaal terug bij de caravan begint de chaos; Anton volet zich niet zo heel lekker en navraag bij de receptive levert op dat de dokter in Tavistock dicht is (weekend). Dus ze adviseren het zieken huis in Plymouth te bellen. En jawel ..of we daar maar even naar de spoedeisende hulp willen komen… zo gezegd, zo gedaan. Dus na 3 kwartier rijden zijn we op de A&E (Eerste Hulp) beland – die overvol zit. We kijken onze ogen uit over wat zich hier allemaal afspeelt, aanmeldt, rondloopt, in- en uit loopt…….. We zijn vrij snel aan de beurt, Anton gaat aan de electrodes, moet weer naar een andere wachtruimte en daar zitten we vervolgens 3 uur te wachten… NHS….. Dan komt er weer een arts, volgt er meer onderzoek, bloedonderzoek enzovoorts en om 22.05 uur komt het verlossende word: ogenschijnlijk is er niks maar indien de klachten terugkomen moet hij zich weer melden. Enigszins opgelucht rijden we terug naar de camping waar we 5 minuten voor sluiting van de slagboom terug zijn. De volgende ochtend bellen we de huisarts in Nederland en maken een afspraak voor eind van de week.
We rijden een rustig rondje in de omgeving, spotten nog wat otter-beeldjes en rijden via de countrylanes terug. We ruimen de caravan weer in en de volgende dag rijden we richting Hertfordshire – de camping wordt uiteindelijk na wat zoekwerk en files aan het eind van de middag gevonden. De camping is erg groot en vrij druk maar de plekken zijn groot en ruim. Bovendien zijn we toch naar de familie……
Na een gezellige middag bij tante Lenie zijn we gerustgesteld; ze ziet er goed uit, zit er prachtig bij en Pet en Lynn wonen vlakbij. ‘s Avonds gezellig eten met tante Lenie bij Pete en Lynn en krijgen tips van Pete over de bezienswaardigheden in Cambridge. Hij heeft daar immers op de universiteit gewerkt… Dus lopen we de volgende dag in de stromende regen in Cambridge. We zetten de auto op een P&R en rijden met de bus in 15 minuten naar het centrum. En we zijn er blij om, want het is er erg druk en we zien weinig parkeerplekken… Samen met ontelbaar veel Chinezen en Koreanen (!) slenteren we door het prachtige King’s College and Choir en rennen we door de regen naar “ the Senator” voor een heerlijke lunch.
Dan weer in vol galop en komen we zeiknat bij het prachtige FitzWilliam Museum. We kijken onze ogen uit over de prachtige dingen die hier zijn tentoongesteld. En: gratis toegang. Kom daar maar eens om in Nederland! Met de bus weer terug naar de P&R en binnen het uur zijn we terug op de camping.
Alles wordt goed ingepakt en opgeruimd en de volgende dag rijden we zonder problemen en files langs Londen en zijn we op tijd bij de terminal. Eenmaal aan de overkant zijn we binnen 4 uur thuis – en komen tot de conclusie dat de rupsenplaag waar Tom het over had de Buxusmot blijkt te zijn – en dus hebben we een kaalgevreten, dorre voortuin en geen enkele buxus meer in de achtertuin… :-(
Cornwall: prachtig!
Devon: Dartmoor Nation Park: komen we zeker terug want we zijn er nog niet uitgewandeld!