Blue Flower

Zoals Mr. G.J.B. Hilterman zo mooi kon zeggen: “de toestand van de wereld” heeft iedereen al maanden in z’n grip.

Toch kochten we een nieuwe auto en bedachten we dat het toch wel weer lang geleden was dat we “ver" waren geweest. In crisis moet geld rollen, nietwaar! Gaan we oost, gaan we west, wat doet de dollar, wat doet de rand? Wat doen de flextarieven van campers..? Al zoekende bleek dat het dit jaar de 100e Stampede in Calgary is –en dan is de bestemming voor de zomervakantie beslist.

Er wordt druk gezocht op internet naar vliegprijzen en verhuurbedrijven en uiteindelijk wordt in november op basis van beschikbaarheid besloten dat we van Amsterdam via Houston(!) naar Calgary zullen vliegen. In de maanden erna zoeken we via internet en de Lonely Planet Guide naar allerlei activiteiten (wat willen we graag zien), campings en komen tot een voorlopige route. Via de site van de Stampede komt er met regelmaat informatie binnen en bestellen we tickets voor de rodeo en de Grandstandshow. Ons verhaal van de vorige vakantie komt op de digitale nieuwspagina van de Stampede te staan, compleet met foto!

Via internet boeken we uit voorzorg een parkeerplek op Schiphol (scheelt ook nog wat euro’s), een paar campings op de populaire bestemmingen (zoals Custer State Park, Yellowstone en Glacier) en na een paar drukke maanden op het werk en opruimen thuis vertrekken we dan eindelijk.

 

Donderdag 12 juli

De wekker stond vanochtend vroeg en met een uurtje rijden door enorm onweer en flink wat bliksem waren we om 07.00 uur op Schiphol. De parkeerplek was keurig geregeld met de nummerplaatherkenning en de shuttlebus was er ook direct. Zodoende konden we om 07.15 de bagage inchecken waarbij 1 tas “vergeten” werd te labelen. Wordt dus checken in Houston of ie inderdaad mee is gekomen..balen.. Daarna door de security – in ieder geval is Angela blij met de nieuwe body-scan: geen poortjes meer die piepend afgaan ! Daarna was het wachten…en wachten…gelukkig is er koffie….

Om 10.33 gingen we eindelijk weg! Over Engeland, onder IJsland door via NewFoundland de USA binnen gevlogen en van daaruit nog 6 uur door naar Houston waar we om 13.30 uur lokale tijd waren. Ook al mochten we direct na de immigratie door naar de volgende gate we wilden persé weten of 1 van de rugzakken niet stiekem rondjes aan het draaien was op een bagage band. Dat betekende echter wel dat we weer door de immigratie en dus een security check moesten… de rugzak lag er gelukkig niet, de rij was niet zo heel lang en ook hier hadden ze een body-scanner dus uiteindelijk liepen we 15 minuten later weer op de plek waar we moesten zijn.

Ondertussen hadden we trek gekregen en bij één van de vele restaurants pizza gehaald. Terwijl we daar zaten te eten kwam “the little couple” voorbij – ze zijn inderdaad klein! Vanwege het slechte weer dat blijkbaar in heel het zuiden heerst komt het vliegtuig later dan gepland en kunnen we uiteindelijk boarden om 17.30 uur Toch gaan we pas om 19.15 uur want bij het wegrijden van de gate breekt de stang waarmee het karretje het vliegtuig duwt en moet het neuswiel gecontroleerd worden. Gelukkig alles goed en om 19.15 uur vliegen we aan…..

Eenmaal boven Calgary vliegen we over de stad en zien we het goedverlichte Stampede-terrein liggen. We krijgen direct zin! Door de onweerswolken –wéér turbulentie!- dalen we richting vliegveld. Immigratie is zeer vriendelijk, de bagage is snel gevonden, taxi staat klaar en zo zijn we om 23.30 uur lokale tijd (= wel 07.30 uur volgende dag onze tijd!) in onze prachtige suite van het International Hotel. We laten alles letterlijk vallen, nemen een snelle douche, zetten de wekker en duiken erin!

We zijn in Canada!!!!!!  

Vrijdag 13 juli

Gisteravond zijn we als een blok in slaap gevallen en vanochtend om 08.00 uur weer wakker. Na een heerlijk uitgebreid ontbijt in het hotel de spullen gepakt en met heel mooi weer en de tickets op zak gingen we naar de Stampede. Het was er om 09.45 uur al heel druk – en warm. Dat wordt veel drinken vandaag! We hebben eerst kaartjes (gratis) geregeld voor de Tailsshow, (3 paarden en het uitbeelden van het ontstaan van Calgary en de Stampede), daarna over het terrein gelopen, de show Tails bekeken en na het eten liepen we om 13.30 uur naar de rodeo.

Blij dat we kaarten via internet hebben gekocht, want de rij om de laatste tickets was heel lang en er waren nog maar een paar tickets beschikbaar…… De rodeo zelf was geweldig om naar te kijken. De explosie waarmee de enorme stieren uit het hekje komen is gigantisch! Daarna weer eten en heeeeeeeeeeeeel veel drinken ( gelukkig zijn alle porties hier groot) en genieten van de chuckwagonraces en de Grandstandshow die wordt afgesloten met een gigantisch, prachtig vuurwerk! Daarna in de overvolle metro weer terug naar het hotel waar we om 00.30 uur de vermoeide oogjes tevreden dicht doen.  

Zaterdag 14 juli

Ondanks de 2 zeer drukke en vroege dagen die we al hebben gehad zijn we er toch om 07.00 uur uit en ontbijten voor het gemak weer in het hotel. Daarna met de taxi naar het verhuurbedrijf waar we om 08.45 uur (niet als eerste) zijn. De camper staat al klaar en na het vervangen van het matras kunnen we om 09.30 uur aanrijden met 153.404 km als startstand op de teller.

Het is ff zoeken naar de supermarkt die niet in de Sunbridge Mall ligt maar er net achter. De winkel is enorm maar het vooraf gemaakte boodschappenlijstje is wel handig en zodoende rijden we om 11.30 uur met een flinke voorraad aan boodschappen richting de gitaarshop waar we de huurgitaar voor Tom ophalen. Ook via internet geregeld en een prima service! Om 12.33 uur rijden we dan eindelijk de Trans Canada Highway op en nemen iets verderop de 9 North naar Drumheller – een glooiende weg tussen enorm uigestrekte koolzaadvelden en farms.

Drumheller zelf is een verrassing: zo rijd je het ene moment tussen de velden ,dan via een steile weg en een bocht tussen de steile wanden van de Badlands…. En daarboven uit steekt een enorme T-rex..(lekker tacky trouwens). Daar bleek ook het visitor center te zitten en met een goede routebeschrijving reden we binnen 10 minuten naar het Hoodoo RV Park, waar we door vele enthousiaste prairiehondjes werden begroet – en heel veel enthousiaste muggen!  We hebben direct een enorme spuitbuis anti-muggenspul gekocht, maar Angela en Tom zijn in die korte tijd al flink te grazen genomen en lijken wel frambozen. Zelfs sprayen OP de kleding  en de campingstoeltjes is nodig want ze prikken er gewoon doorheen! Toen de camper eenmaal stond hebben we de rugzakken leeggehaald en de spullen opgeborgen.

De vakantie is nu echt begonnen!

Km:  153560 km = 156 km  

Zondag 15 juli

……… Door de vermoeidheid en de vele muggen lagen we er gisteravond vroeg in en daardoor vanochtend toch vroeg wakker. Zodoende waren we om 08.45 uur al op weg en bij de plaatselijke Wal-Mart kleine inkopen gedaan en daarna doorgereden naar het Royal Tyrell Museum - inderdaad het woord “Koninklijk” waardig!

De dino’s zijn heel bijzonder, de expositie is prachtig neergezet en uitgewerkt, de informatieborden helder en zeer goed te begrijpen, veel informatie en ruim van opzet. Een klassemuseum!!

Na koffie en wat inkopen (Tom scoort hier zijn eerste pin) weer terug over Highway 10 richting de Hoodoos – ook héél apart. Anton en Tom klimmen zelfs helemaal naar boven! Angela zorgt ondertussen voor de warme lunch en daarna via East Coulee de vallei uitgereden en door een enorm gebied met alleen farmland en oliepompen gereden. We hadden hier echt het gevoel op de rand van de wereld te rijden…. Via kleine binnendoorweggetjes en nog kleinere plaatsen (soms 3 huizen groot!) met namen als Dorothy – Duchesse - Millicent - Patricia gereden en daar kwamen we zowaar een bord tegen dat ons op weg bracht naar Dinosaur Provincial Park. Ook hier weer: aanrijden over de weg met links en rechts grasland, verkeersbord dat waarschuwt tegen het aanrijden van slangen(..), bocht in de weg en dan...uitkijken over de Badlands. De weg gaat hier zeer steil naar beneden en zo rijden we al gauw over de “bodem” van de vallei zo de camping op. Ook hier waanzinnig veel muggen en steekvliegen dus we sprayen er lustig op los.

Airco aan, biertje erbij en toekijken hoe het begint te regenen. Daar gaat de geplande fotosafari van vanavond……. En dan blijkt het in de camper te lekken; bij de airco komt de regen gestaag naar binnen dus dat wordt emmerwerk, dan lekt het achter het keukenkastje...pannetje eronder….. Anton besluit dan maar de camper te verplaatsen zodat de neus meer omhoog staat en het water van de airco af loopt en dat helpt…

We trekken de regenjassen tegen beter weten in aan en lopen rond 18.15 uur naar het visitor-center en blijken niet de enigen te zijn met hetzelfde idee. Even later komt de ranger en inderdaad: de foto-shoot gaat niet door… Door de regen lopen we terug en maken er een gezellige avond van.

Km: 153764 = 204 km  

Maandag 16 juli

Vanochtend toch weer vroeg wakker dus na het ontbijt en een douche reden we met de camper over het bruggetje om toch nog iets van het park te zien… Iets verderop stoppen we en lopen we een trail – wandelschoenen aan, inspuiten, regenjas aan ook al is het droog en daar gaan we… het is goed uitkijken geblazen want door de regen heeft er een flinke uitspoeling plaatsgevonden en hier en daar gaan we glibberig over de trail – maar krijgen zo wel een goede indruk van het landschap. Daarna weer terug naar het visitor-center, refund van de fotoshoot gekregen, Tom een pinnetje gescoord en zo reden we rond 10.00 uur weer verder:

rollende heuvels, glooiende wegen, cattle en eindeloze vergezichten. Via Medicine Hat door de Cypress Hills gereden – ook héél mooi! Daarna leek de weg eindeloos te zijn – zeker als je geen verkeer tegenkomt en de grensovergang met Amerika wel heel “spooky” is:

zomaar opeens duikt er tussen die eindeloze graanvelden een gebouwtje op met hekken eromheen en enorme waarschuwingsborden, lampen, camera’s en bijzonder onvriendelijke en norse douane beambten: Port of Wild Horse. We kregen het gevoel dat we daadwerkelijk midadigers waren…. De camper moest door een poort gereden worden en werd compleet gescand. Wij dachten behulpzaam te zijn door de Esta-formulieren bij het paspoort mee te geven maar dat leverde zoveel onduidelijk en vertraging op dat we dat voortaan maar achterwege laten… Het feit dat we eerst naar Houston waren gegaan en vandaar naar Calgary en nu weer de USA in wilden hielp ook niet echt… Uiteindelijk mochten we dan toch door…. En deden dat met een flinke zucht van verlichting.

Iets verderop schoten we dan toch maar weer in de lach: zogenaamd een streng toelatingsbeleid hanteren en nog geen mijl verderop houden de hekken op en kan iedereen die maar wil via allerlei zandwegen met van alles op de rug de grens oversteken… het is dat we dat niet met de camper kunnen maar geloof me, na deze ervaring hadden we het zeker gedaan! Via dezelfde eindeloze weg tussen glooiende heuvels gereden en uiteindelijk het zeer rommelige Havre binnengereden. Verse inkopen gedaan bij de lokale supermarkt (bijzonder vriendelijk personeel!), bij de lokale land-en tuinbouwgroothandel chemisch spul voor het toilet gekocht en toen in het stadje een kleine weg ingeslagen richting de Bears Paw Mountains (op advies van het vriendelijke supermarktpersoneel) en kwamen uiteindelijk bij een prachtig meer – waar we alle ruimte hadden om de camper neer te zetten en te genieten van een fantastisch uitzicht.

 

En: er waren geen muggen…… Met een biertje in de hand genieten we van het prachtige uitzicht, een koel briesje een mooie zonsondergang en eten pas laat…wat een vakantiegevoel!

Km: 154174 = 400 km  

Dinsdag 17 juli

Gisteravond koelde het heerlijk af dus we hebben vannacht met de raampjes open(horren dicht!) geslapen en genoten van de sterrenhemel en het gehuil van coyotes op de achtergrond. De zon kwam vanochtend al vroeg op dus we waren ook weer vroeg wakker. Zodoende reden we al om 08.30 uur weg – en zaten we zonder koffiebekers, want die kwamen spontaan bij de eerste hobbels uit het kastje zetten…hahahahaha…

Via Havre reden we Higway 2 East op – de wegwerkzaamheden in. Zodoende hebben we het eerste uur maar 60 km afgelegd… maar goed, het uitzicht maakt veel goed… Bij Harlem de 66 op en bij Fort Belknap reden we het indianenreservaat in – ook hier weer en eindeloze weg met prachtige vergezichten. Onderweg nog behoorlijk veel wild gezien: een coyote, pronghorns, deer, eagles, dode deer, dode wasberen( aangereden) en veel verbrande bomen t.h.v. Klein – en grote armoede… de trailers waar sommigen in wonen zouden hier nog niet als schuurtje worden gebruikt. En bijna iedereen laat z’n rotzooi gewoon op het erf liggen: oude auto’s, koelkasten, afval…….. We dachten eerst dat er een bosbrand was maar de dustdevils die hier ontstonden trokken de as mee naar boven en daardoor ontstonden er zwarte,draaiende dustdevils… De weg zelf loopt door verschillende heuvels:  Bears Paw Mountains, Little Rocky Mountains, Judith Mountains, Little Snowies en Bull Mountains.

Uiteindelijk redden we om 14.15 Billings in – niet aan de mooiste kant: veel petro-chemische industrie en veel verkeer… De camping lag net iets buiten Billings in een keurige woonwijk- het bleek ook de eerste KOA van Amerika te zijn. We hadden een plek bij de vijver en in de buurt van het zwembad, dus terwijl Angela de eerste was draait (ook al zij we pas een paar dagen onderweg er ligt net als thuis al weer veel) draaien Anton en Tom de eerste rondjes in het zwembad. Er is ook wifi dus de mail kan ook bekeken worden en we kunnen Pim ff mailen – het blijft vreemd dat ie er niet bij is dus regelmatig contact is best fijn…   Na het eten was het nog zo warm dat we de zwemkleding maar weer aantrokken en af gingen koelen in het zwembad. Tegen zonsondergang kwam ook hier het ongedierte tevoorschijn en de duizenden cicades zorgen voor een behoorlijk lawaai – zelfs met de ramen dicht hoor je ze nog. Het is echter geen vervelend geluid – je valt er goed bij in slaap. Zeker als de bullfrogs hun geluid ook laten horen..

Km: 154594 = 420 km  

Woensdag 18 juli

Vanochtend vroeg wakker – mede door campinggasten die heel vroeg weggingen.. Zodoende reden wij om 07.45 uur ook al aan… Toen we om 09.00 uur in Garryowen aankwamen bij het Custer Battlefield Memorial Museum hadden we er al heel wat kilometers opzitten ! Het museum zelf is – net als het plaatsje – heel klein maar wel zeer interessant! En zeker de moeite waard om eerst te bekijken voordat je naar Little Bighorn Battlefield National Park rijdt. Er liggen authentieke documenten, hoofdtooien, persoonlijke spullen van Custer en de video die wordt getoond geeft een duidelijk beeld van wat er zich op het slagveld iets verderop heeft afgespeeld. Helaas mag je hier geen foto’s maken… Daarna rijden we 4,8 km terug en rijden naar Little Bighorn Battlefield National Park waar we onze Annual Park Pass kopen ($ 80,00) en in het visitor center een tentoonstelling bekijken, Tom een pinnetje koopt EN een pet zoals de soldaten van de 7th Cavalry in die tijd droegen. Hier komen dus vanaf nu de pinnetjes op….leuk! Eenmaal buiten lopen we met pet en water naar de hill waar “the last stand” van Custer heeft plaatsgevonden. Door het bekijken van de video in het museum van Garryowen krijgt het dorre grasland om ons heen veel meer betekenis. De grafstenen geven de plek aan wie waar gevallen is- de steen van Custer heeft een afwijkende kleur en valt zo meer op. Door de route te lopen en de informatieborden is het zeer de moeite waard om deze plek te bezoeken!  

In een nabijgelegen tradingpost drinken we enorme bekers koffie rijden daarna de 212 East op – om vervolgens 200 km lang door glooiende heuvels, langs plaatsen die soms maar  uit 1 of 2 huizen bestaan, over een eindeloze weg te rijden. En de temperatuur blijft stijgen. Ze hebben hier te maken met de ergste droogte sinds ruim 100 jaar….  

Bij Alzada gingen we de grens met Wyoming over – hier wordt overigens al druk geoogst – met enorme machines! Vlak vóór Belle Fourche gingen we de grens met South Dakota over. Hier ligt het geografische middelpunt van de USA – dus dat moest natuurlijk bekeken worden.  

Via de 34 East reden we naar Sturgis en na enig zoeken hebben we de camping gevonden- zeer vriendelijke en behulpzame eigenaren- uit Florida ! De camping zelf stelt niet veel voor : plekken naast elkaar op gravel maar wel keurig onderhouden en schoon sanitair! Alles aangesloten, airco draait, ijskoud biertje in de hand – en geen zin meer om te koken. Als we vragen waar we het beste kunnen eten zet de eigenaar ons met zijn golfkarretje af aan de achterkant van de Side Hack Saloon: afgaand op de buitenkant vragen we ons af waar we terecht komen, maar als we de deur doorgaan (verboden voor personen onder de 18 – Tom mag toch naar binnen. Misschien daarom die achterdeur…) staan we in een oergezellige, echt Westerse saloon, waar we tussen locals kunnen zitten en heerlijke pizza’s eten. Het draftbeer is hier geweldig!! En we hebben toch echt wel vaker pizza’s gegeten maar begaan toch weer de fout om apart een medium –size te bestellen…. We eten morgen dus ook pizza…….. Ondertussen kunnen we heerlijk TV kijken en wat nieuws oppikken. Naast de Spelen ook aandacht voor het lokale nieuws en we horen hier voor het eerst van de impact die de droogte heeft. M.n, de landbouw maar ook de vele bosbranden die er momenteel zijn – ook ter hoogte van Custer State Park waar we morgen heen gaan. Dus ff goed in de gaten houden! Eenmaal uitgegeten lopen we nog door Sturgis heen waar de voorbereidingen voor de Sturigis Bikeweek al in volle gang zijn en kopen we een paar leuke t-shirts. In de volle zon lopen we terug naar de camping en tegen de tijd dat we daar zijn zakt de zon achter de berg weg en wordt het koeler.

Km: 155078 =  485 km.  

Donderdag 19 juli

Ondanks de airco waren we vanochtend door de zon al weer vroeg op en na een heerlijk ontbijtje en een douche reden we om 09.15 uur weg  - om 300 m verderop de eerste stop te maken: de Harley Davidson Store. We keken kwijlend onze ogen uit en hebben de verleiding niet kunnen weerstaan: inkopen!!!!! Tom was helemaal happy met zijn bandana, t-shirt en pin….

Daarna aan de overkant van de straat naar het Museum of the Hall of Fame – een prachtig museum waar de meest schitterende oude motoren stonden – niet alleen Harleys, maar ook Indians en er stond een hele oude man die uitleg gaf over zijn motor die hij in bruikleen aan het museum heeft gegeven.  (Ik moest direct denken aan de foto van opa en oma op de motor in Zuid-Frankrijk in 1923….) We keken onze ogen uit – en de camera maar klikken. Uiteindelijk hebben we Tom mee moeten trekken.

Nog wat noodzakelijke verse inkopen gedaan, getankt en via de Vanocker Canyon verder gereden. Via Nemo en Johnson Sliding reden we op Pactola Lake aan, via de 385 naar Spring Creek en daar de 16 op naar Mount Rushmore, dat vanaf de weg heel goed te zien is omdat de weg op een gegeven moment op “gelijke” hoogte met de koppen loopt. Het stadje Keystone waar de weg naar Mount Rushmore eigenlijke begint kun je maar beter vermijden: het is net Scheveningen in de zomer maar dan op z’n Amerikaans en 10x erger…..

Mount Rushmore National Monument zelf is prachtig – het geeft een heel apart gevoel om er te staan! De tentoonstelling over hoe het tot stand is gekomen is geweldig! De winkeltjes erom heen onvermijdelijk….  

Via Iron Mountain Road en de diverse prachtige voor dit park speciaal ontworpen pigtailbridges en tunnels rijden we Custer State Park binnen – waar de enorme rookwolken van bosbranden boven hangen… een parkranger wist ons te melden dat de ergste brand op dit moment t.h.v. Wind Cave woedt en dat er voorlopig geen reden voor evacuatie is. Bluebell Campground is gewoon in bedrijf en na een kronkelweg de berg over (Needles Highway, weg 87) rijden we ons van tevoren gereserveerde plekje op. En het heeft zowaar stroom wat met deze hitte wel heel fijn is! Ook hier merken we weer dat het goed is dat we van tevoren hebben gereserveerd want aan het begin van het park geven bordjes aan dat de campgrounds “full” zijn….. en mensen staan te wachten op eventuele afmeldingen..  

We genieten van het uitzicht, de vele chipmunks die over de camping rondspringen en gaan laat naar bed. …..  

Vrijdag 20 juli

  ….om vanochtend vroeg op te staan en de wildlife –loop te rijden: 05.15 uur…. Deze weg begint vlak bij de camping en zodra we de bocht om zijn zien we het eerste wild al: muledeer, een gier, pronghorns en veel prairiehondjes. We zien ook enorme rookwolken de bergrug over komen: de brand bij Wind Cave en als we het raampje open hebben om foto’s te maken ruiken we een sterke brandlucht. We snappen heel goed waarom kampvuren tot nu toe verboden zijn – zeker als al rijdende we de vallei langzaam zien volstromen met laaghangende rookwolken. Het geeft de opkomende zon een bloedrode kleur – wel mooi om te zien….

Als we de zoveelste bocht omgaan zien we opeens bizons staan – de eerste die we in het wild zien. Nog geen 100 m verderop staan we plotseling op de rem -  de hele kudde is zich aan verplaatsen en zo staat de camper opeens temidden van honderden bizons …… we zetten de motor maar even af…

Raampje open en we horen ze blaten, snuiven, zien ze rondwentelen in het stof, hun wijfjes verdedigen –heel imposant! Na 15 minuten neemt de toeloop af en besluiten we door te rijden.

Bij Fish Hook zetten we de camper stil en ontbijten. Daarna via de 16a en Custer naar het Crazy Horse Memorial gereden – dat vanuit de verte imposanter overkomt dan van dichtbij. De toegangsprijs vinden we belachelijk hoog ($ 27,00) zeker voor een monument dat in ontwikkeling is. Het bijbehorende museum staat onder beheer van de lokale indianen en ziet er erg goed uit.  

Daarna rijden we terug naar Custer en gaan richting het Sylvan Lake – een prachtige weg, een schitterend meer en prachtige rotsformaties. Het weer is zo lekker dat we de camper op de parkeerplaats zetten en met de zwemspullen een plekje aan het meer zoeken. De chipmunks vliegen hier ook in de rondte en in het water zwemmen jonge forelletjes – Tom is er niet uit te krijgen… Na het zwemmen hebben we de wandeling rondom het meer afgemaakt en via de 16a en Mount Coolidge terug naar de camping – het kan korter maar door de tunnels op die weg zou de camper aan de bovenkant ingekort worden!  

De rest van de middag hebben we heerlijk bij de camper gezeten tot rond 18.00 uur een enorme regen-en onweersbui losbarstte. We zijn toen naar binnen verhuisd en de regen klettert nu heerlijk op het dak. We hebben airco, een goed boek en een biertje – wat willen we nog meer!

Km: 155349 = 271 km  

Zaterdag 21 juli

Vanochtend weer vroeg wakker en met een vol zonnetje ontbeten, opgebroken en weer op pad. In Custer struikelden we over de vele firefighters en de brandweerauto’s: de brand bij Wind Cave is onder controle en ze verlaten nu het gebied.

Om 09.00 uur stonden we bij Jewel Cave National Park – en konden nog net de hand leggen op de laatste 3 tickets voor de Lantern Tour van 10.45 uur (reserveren via internet was dus toch handig geweest…) Maar afijn, we kunnen mee op een rondleiding dus eerst koffie gezet en gedronken en daarna het visitor center bezocht. De vlag bij het centrum hing halfstok en bij navraag bleek dat het te maken had met een vreselijke schietpartij in een bioscoop in Aurora, Denver. Vreemd dan dat je 5 minuten iemand ziet lopen met een pistool op de heup. Zo gaat het hier dus blijkbaar…..

We zijn op tijd richting de verzamelplek gereden – weinig parkeerruimte en zo’n camper is toch groter dan je denkt - de wandelschoenen aan, fleecejack mee en op de ranger gewacht. Die later kwam dan de planning was, want hij moest uit Rapid City komen en had een detour onderweg gehad …mmmm… bovendien was hij al wat ouder, praatte niet al te makkelijk en maakte geluiden dat we dachten dat we misschien nog zouden moeten reanimeren of zo….. uiteindelijk kwam het hele circus op gang en was de rondleiding erg leuk – en donker….. Tom vond het op een gegeven moment wel heel erg ondergronds maar heeft het toch braaf afgemaakt. Hulde! Uiteindelijk stonden we pas om 13.00 uur doodmoe van al het kruipen en sluipen en bukken weer buiten.

Na omkleden via Highway 16 West naar de grens met Wyoming gereden en via Newcastle - Moorcroft naar Gillette gereden waar we bij een grote Wal-Mart inkopen deden. (Zowaar voor Pim nog wat Family-Guy spullen gekocht) Bij de inpandige subway een broodje gekocht ook al was het 16.00 uur maar we hadden trek.. De lucht trok opeens behoorlijk dicht en de wind nam behoorlijk toe en de eerste druppels vielen voor we in de camper zaten maar toen we verder de I-90 opreden lieten we de steeds donker wordende lucht achter ons. We snappen nu ook waar de slagbomen met knipperlichten op de snelweg voor zijn: we hadden de autoradio aan en hoorden dat het centrum van het noodweer boven Newcastle lag en dat de snelweg daar tijdelijk dicht was i.v.m. heftige neerslag en wind…… vreemd als je nog geen uur daarvoor in Newcastle hebt gereden en nu zelf in de zon rijdt…..   Met een prachtig uitzicht op het glooiende landschap en de Bighorn Mountains reden we om 17.30 uur de camping in Buffalo binnen. We staan onder de bomen, er is een zwembadje en we draaien maar weer een wasje…  

Zondag 22 juli

Vanochtend met een stralend zonnetje al weer vroeg wakker –helaas voor Tom was het zwembad nog niet open, dus hij moest het doen met een douche… Zodoende reden we om 09.30 uit Buffalo weg en via een byway naar Fort Kearn gereden – er stond niet heel veel meer, maar de informatieborden gaven toch een goed beeld van hoe het er uit moet hebben gezien.

Daarna via de echte cowboystad Sheridan met veel haarspeldbochten de Bighorn Mountains ingereden. Het gesteente is hier op sommige plekken meer dan 500 miljoen jaar oud! De weg is ronduit schitterend! Bij Burgess Junction namen we weg 14a – en daar zagen we de eerste elanden! Ze liepen zelfs tussen de deelnemers van een hardloopwedstrijd door! Heel bijzonder!

Net voor Medicine Wheel – waar we door de gravel en het hellingspercentage met de camper niet kunnen komen – keken we uit over het enorme Bighorn Basin en Wind Cave Basin- een eindeloze vlakte tot aan de Rockies! Daarna ging de weg 10-12% steil naar beneden en reden we opeens in het Bighorn Basin – en heet!!! We staken achtereenvolgens de Big Horn River en Shoshoneriver over en reden via Highway 37 de Bighorn Canyon in. Devils Canyon overlook is een waanzinnige plek! Daarnaast lopen er ook wilde paarden (mustangs) Doorgereden naar het eind van de parkweg: Banners Landing, maar de enige kampeerplek daar is gesloten i.v.m. renovatie en de plekken zijn voor een camper sowieso te klein dus moesten we de hele weg weer terug naar het begin om daar op de Horseshoebend Campground een plek te zoeken. Deze werd op internet aangegeven als zijnde een niet al te beste plek – maar blijkbaar wordt het hele park opgeknapt want de campground die we opreden had keurige, grote plekken. De grijze gravelsites zijn gratis en de witte gravelsites hebben stroom en water ! En dat voor $15,00! Bij deze onze review voor deze campground; TOP!! Het uitzicht op het meer en de Red Cliffs is ook geweldig – zeker als hier ’s avonds de zon ondergaat: de lucht kleurt fantastisch mooi en het is net of de rotsen langzaamaan worden aangestoken, zo mooi valt het licht! Een schitterend einde van een schitterende dag!  

 

Maandag 23 juli

Vanochtend weer vroeg door het ochtendzonnetje gewekt en rustig aan gedaan. Rond 09.30 uur reden we aan om in Lovell bij het visitor–center van Bighorn Canyon een kijkje te nemen en bij de plaatselijke supermarkt verse inkopen te doen. Vol goede moed reden we via Cowley - Frannie – Warren - Bridger - Belfrey (wéér wegwerkzaamheden) via de 308 naar Red Lodge. Onderweg toch weer veel trailers en huisjes gezien die grote armoede vertonen….

In Red Lodge nog ff getankt en daar draaiden we de Beartooth Highway op: je rijdt eerst een vrij recht stuk de vallei in en onderaan de berg beginnen de talloze haarspeldbochten en zo kruip je omhoog – met een schitterend uitzicht op de vele bergtoppen die vol sneeuw liggen en onder je de weg die je net daarvoor gereden hebt. Bij Rock Creek Vista Point hadden we een schitterend uitzicht – en de chipmunks daar zijn zo vertederend aan het bedelen – en ook zo brutaal dat ze gewoon op je voet en bovenbenen springen en boos kwetteren als ze niks krijgen! We zagen ook nog net een pika tussen de stenen wegschieten.

Hierna draaiden we naar de “achterkant” van de berg en reden een tijdje zo steil omhoog dat we alleen lucht zagen en ons afvroegen waar we heengingen – maar dan maak je weer een draai en ligt er opeens een prachtig landschap voor je en kijk je heel ver weg: bergtoppen bedekt met sneeuw en ijs, alpine meadows, stroompjes, boompjes, glaciale meren: het is teveel om in woorden te beschrijven en foto’s kunnen het niet allemaal bevatten. Het water is zo helder dat je zelfs van deze afstand ziet dat het ijskoud moet zijn. Via Gardner Lake – Twin Lakes – Long lake – Island Lake – Top of the World (een heerlijk bric-a-brac winkel!) naar de Beartooth Lake campground rijden – waar we een schitterende plek tussen de bomen hebben en…..hier mogen wel kampvuren aangestoken worden!!!!! Dus rijden we na de stub te hebben opgehangen terug naar de Top of the World en nemen wat bundels hout mee. Tom en Anton weten niet hoe snel ze weer op de camping moeten komen en het kampvuur moeten opbouwen dus al snel roken we de plek af, hahahahahaha!!

Ondertussen trekt het onweer aan beide kanten van de berg voorbij en zitten wij in het zonnetje… We lopen nog even naar het meer maar de beren laten zich niet zien ….. Wij genieten van de rust, koelte, chipmunks, het vuurtje en om 21.30 uur wordt het donker en komen de muggen. We laten het vuur uitgaan en genieten binnen nog ff na met een spelletje, de humor van Tom en de rust..

Km: 156155 =  171 km  

Dinsdag 24 juli

Na een heerlijk kampvuuravondje en een koele nacht vanochtend niet zo vroeg wakker. Koffie, sjuutje, eitje, douchen en om 09.45 uur reden we de camping af en de Chief Joseph Higway op – ook heel mooi! Veel water, veel watervallen, koffie bij Painters Outpost, waar de kolibries op de veranda rondvliegen. Even verderop reden we over de hoogst gelegen brug van Wyoming over de Clarks Fork in Clarks Canyon: enorm! Vervolgens met allerlei haarspeldbochten de berg weer op en over de Dead Indians Pass waar het verhaal van de Nez Percé duidelijk werd uitgelegd. Doorgereden tot de splitsing met Cody en toen vonden we het welletjes… via dezelfde weg weer terug, hout gehaald bij Top of the World en gekeken of er plek was op Island Lake campground – niet echt geschikt voor grote campers. Uitzicht is hier wel mooi!

Chief Joseph is eeen leuke byway – rijd er echter niet voor om….. Vandaar dat we terug reden naar de Beartooth Campground en een nieuw plekje opzochten. Het kampvuur gaat al snel aan, Tom mikt de ene marshmellow na de andere aan een zelfgemaakte stok in het vuur, papa leest de Tourgids en Angela leest een boek. Het vakantiegevoel!!

Km: 156326 = 161 km   

Woensdag 25 juli

Vanochtend na een hele koude nacht om 05.45 uur opgestaan. Alleen tanden gepoetst en aangereden: wild kijken. Nou, dat hebben we geweten: zegge en schrijven 1 muledeer en dat was het …… het andere wild lag om 07.45 uur op ons bord in The Logcabin in Silvergate (lees : de bacon en ham onder de eieren).

Na dit heerlijke ontbijt reden we om 08.00 uur Yellowstone National Park via de Eastgate binnen. Heel mooi, heel wild, heel veelzijdig. Enigszins blasé kijken als we in de verte een handjevol bizons zien ….. Na Custer valt dit wel tegen…Via Pebble Creek, Tower Roosevelt (waar we een plots overstekende coyote maar net kunnen ontwijken) doorgereden naar Mammoth Hot Springs waar rond 10.30 uur de drukte al toeneemt. In de brandende zon over de terrassen gelopen en ons verwonderd over de prachtige kleuren maar ook over de afgenomen activiteit ( zie vakantie 1996).

Daarna via dezelfde weg terug gereden en eerst de Grandcanyon van Yellowstone bezocht:  de Upper en Lower Falls. We zagen zelfs heel duidelijk enkele nesten van Ospreys en de jongen en eieren in het nest!. Daarna naar Sulphur Caldron: we roken hem al voordat we hem zagen. Het bubbelt nog steeds behoorlijk en de modder springt alle kanten op! En: hier zagen we opeens zomaar een zwarte beer op een van de begroeide hellingen! En daar zijn we in de afgelopen dagen zo vroeg voor opgestaan om ze te zoeken….. Via Dragons Mouth reden we langs de Yellowstone river richting Fishing Creek Bridge.

Ook hier zijn we weer blij dat we vooraf via internet hebben geboekt: ALLE campgrounds in het park zitten vol – we laten voor de zekerheid onze reservering voor Madison opzoeken. Ook dat zit goed, dus de komende dagen hebben we plek – in tegenstelling tot de mensen die nog buiten wachten… Anton en Tom lopen naar de General Store en Angela vult gauw een aantal wasmachines (en net op tijd, want daarna stroomt de laundry vol…) Om 16.00 uur is de was klaar en lopen we met z’n allen richting Fishing Creek en de General Store voor wat souveniers..

Daarna uitblazen bij de camper met een biertje, biefstukje, gebakken aardappels en sla.

Km: 156536 = 210 km   

Donderdag 26 juli

Na een heerlijk koele nacht was iedereen vanochtend weer fris en fruitig en na wat verse voorraad ingeslagen te hebben reden we onder een strakblauwe lucht de camping af richting Yellowstone Lake en Old Faithfull. Hier hadden we zowaar telefoonbereik dus camper aan de kant, kiezelstrandje op en naar Nederland bellen. Daar is alles goed!

Rondom het meer zagen we al gauw de eerste thermale activiteit: Little Thumb Geyser Basin. Dus de camper neergezet en de wandeling gemaakt – erg leuk om te zien dat een anatal van de heetwaterbronnen IN het water liggen en dat er kleine visjes in zwemmen – die komen op het warmere water af. Via een behoorlijke klim de berg over, passeren de Continental Divide en langs het prachtige Isa Lake dat vol ligt met gele dotters rijden we naar de Kepler Cascades om – hoe krijgen we het ver elkaar – rond het middaguur bij Old Faithfull aan te komen. In de enorme chaos de camper op de parkeerplaats gezet, naar de lodge gelopen en een heerlijke vette hotdog gegeten en vervolgens waren we keurig op tijd om de beroemde geiser in werking te zien – we vonden het echter zwaar tegenvallen i.v.m. 1996! We hoorden van een ranger dat er 2 jaar geleden een aardbeving in het gebied is geweest en sindsdien zijn de thermale activiteiten onregelmatig.

Vervolgens hebben we een hele wandeling door het basin gemaakt – het was maar goed dat we veel water mee hadden want het was heel heet en ’s avonds bleek dat we flink bijgekleurd c.q. verbrand waren! De Morning Glory Pool sprong er toch wel uit…   Om 16.00 uur waren we terug bij de camper en reden we langs de prachtig kronkelende Yellowstone River naar Madison Campground (ook hier weer “full”) en staan we op de berg. Tom heeft de zwembroek al aan en spartelt vrolijk in de Gibbonriver – en zal ook niet een kikker vinden…. Uiteindelijk gaan we om 19.15 uur koken en daarna gaat het kampvuur aan. Het koelt hier heerlijk af, de raampjes van de RV gaan open en we genieten van een prachtige sterrenhemel.

Km: 156633 = 97 km  

Vrijdag 27 juli

Na een heerlijk diepe, koele nacht toch weer om 08.00 uur wakker maar we hebben Tom beloofd dat hij uit mag slapen, dus pas om 09.45 uur zitten we met z’n allen aan het ontbijt en daarna rijden we richting Norris. De omgeving is hier ook fantastisch, m.n. de manier waarop de rivier door het landschap stroomt, de kreekjes, de bergtoppen…Prachtig! T.h.v. Norris zien we weer veel geisers en lopen een deel van het Porcelain Basin en lopen naar Steamboat Geyser – die gooit met regelmaat een flinke hoeveelheid water eruit.

Via Roaring Mountain (die ook niet meer zo “roart”) gaan we weer terug naar de camping waar we een behoorlijke hoeveelheid hout inslaan en genieten van een heerlijke middag – met soms een spatje regen en een donkere wolk maar heel snel weer veel zon.

Rond 17.00 uur trekt de wind plotseling behoorlijk aan en wordt het behoorlijk donker aan onze kant van de berg…… …. en kunnen we eerste hulp aan Tom verlenen die op een onhandige manier zijn nieuwe zakmes (van Anton gekregen en supertrots erop want “het is zo’n vader en zoon ding”) dichtdoet en een flinke jaap in z’n vinger krijgt. De schrik zorgt ervoor dat ie onderuit gaat: “ik voel me niet zo lekker”… en daar ligt ie…. Het onweer en de regen die op dat moment losbarsten zorgen voor voldoende afleiding en zo kon hij 2 uur later met een witte neus aan het kampvuur zitten… Het zakmes ligt ff ergens in een hoekje…

Km: 156696 = 63 km 

Zaterdag 28 juli

Na een bijzonder koude nacht en een heater die het niet doet omdat de batterij van de camper zwak is waren we er om 06.30 uur al uit en besluiten we eerst een stuk te rijden en dan te ontbijten. We willen vandaag naar Grand Teton en aangezien de campings daar niet te reserveren zijn (First come, First served principe) en we tot nu toe overvolle campings hebben gehad willen we graag zo vroeg mogelijk aankomen. Vol goede moed rijden we aan en rijden via Firehole Canyon en verbazen ons over de vele nevel en de kou. Er ligt zelfs een dun vliesje ijs op de rivier en er liggen behoorlijke stukken sneeuw. Blijkt dat de donkere lucht die we gisteren zagen vol met sneeuw zat en het centrale plateau heeft de volle lading gehad. Wel een mooi gezicht om die kou en de stoom van de geisers in de ochtendzon te zien. Alhoewel iets verderop de weg volledig in de mist opgaat en we stapvoets rijden.. Om 08.00 uur zijn we bij Yellowstone Lake – waar de elk op de weg en in de berm staan te fourageren. Auto’s moeten er omheen rijden…

We besluiten te stoppen bij het Lake House Restaurant en hebben geen spijt: het restaurant ligt aan de oever van Yellwostone Lake en de enorme ramen bieden een prachtig uitzicht. Het water is rimpelloos, de bergen liggen in het ochtendlicht en het ontbijtbuffet is hier geweldig!

Helemaal verzadigd rijden we Yellowstone uit en via de John D.Rockefeller Parkway rijden we richting de Grand Tetons  die we al van ver zien – wij vinden dit nog steeds één van de mooiste plekjes en genieten nu al! Rond 10.00 uur zijn we bij Colter Bay en hebben zowaar een prachtig plekje op de campground – dus stub ophangen en verder rijden.  

We rijden eerst naar de store om verse inkopen te doen en natuurlijk voor een pinnetje – Tom z’n cap raakt al aardig vol! Daarna rijden we naar Willow Flats waar het zicht op de Grand Tetons fantastisch is. Bij Oxbow Bend hebben we mazzel: naast het prachtige uitzicht zwemmen er 2 otters in de rivier!  

Via Pacific Creek Road rammelen we over een gravelweg richting Two Ocean Lake – ook heel mooi gelegen! Via Jackson Lake Junction rijden we door tot Signal Mountain en lunchen met uitzicht op het strakblauwe meer en de bergen.  Anton en Tom willen wel héél graag het water op dus we rijden terug naar Colter Bay. Onderweg wordt er gestopt want er loopt zomaar een grijze wolf in het veld naast de weg! Ademloos kijken we toe het beest zich al fouragerend over het veld beweegt en vervolgens tussen de bomen verdwijnt…. Dit hebben we nog nooit gezien – zo dicht bij de weg! 

De camper wordt geparkeerd en de mannen huren een kano, zwaaien vol goede moed naar Angela die met een boek in de camper neerstrijkt – om zich vervolgens 15 minuten later grote zorgen te maken omdat er een enorm onweer binnen komt drijven, de wind behoorlijk aantrekt en de regen in vlagen over het meer en de bergen trekt. Met regelmaat komen er haastig peddelende mensen binnen in hun kajak, maar geen kano……Na ruim 1 ½ uur komt de zon weer tevoorschijn en komt er zowaar in de verte een stip aangepeddeld: Anton en Tom. Beide met een grote lach dus het zal wel meevallen en inderdaad: Anton zag de bui aankomen en heeft de kano op een eilandje aangelegd waar ze de bui hebben uitgezeten….. ze hoeven uiteindelijk ook maar de helft van de huur te betalen dus we sluiten het af met een grote lach. Kan Tom nog een spannend verhaal vertellen

Eenmaal weer terug op de camping bijkomen van deze dag en zodoende pas om 19.30 uur aan de hap – met het kampvuur aan, een enorme paddenstoel op de plek en een eekhoorntje dat heerlijk van de dennenappels snoept en rustig blijft zitten. Het maantje komt ook op en het wordt hier snel kouder dus het vuur laten we rustig uitgaan en verhuizen dan naar binnen waar we de avond afsluiten met spelletjes en een wijntje.

Morgen gaan we richting Craters of the Moon en dus richting het noorden – vreemd, want we zijn pas op de helft van de vakantie en ver over de helft van de route..

Km: 156881 =  185 km  

Zondag 29 juli

Na een koude nacht waren we om 07.15 uur rijklaar en na het innemen van vers water stonden we om 07.45 uur bij de Store en doen zoals de inboorlingen doen: kopen verse koffie,verse broodjes en rijden naar Willow Flat waar we nog een eitje koken en heerlijk buiten genieten van het uitzicht op de Tetons en het ontbijt!

Met een goed gevoel en een beetje weemoed rijden we om 09.00 uur richting Jackson en rijden daar de 20 op – de Jackson Pass is een stevige en je merkt dat de camper op 8000 ft minder vermogen heeft – maar we komen boven en ontmoeten bij de grensovergang met Idaho een enthousiaste groep fietsers . Na een wisselfoto (zij ons, wij hen) en een leuke fietsbabbel reden we verder via Victor en Swan Valley. We hadden ondertussen wel zin in een kop koffie en aangezien de enige plek in Swan Valley (4 huizen, een postoffice en een diner…) “Angus” open was streken we daar neer – en dat was een complete verrassing! Het bleek van binnen een echte Amerikaanse “diner” te zijn – compleet met een counter, draaistoeltjes, treinzit-tafels zoals in de serie Happy Days, direct free coffee voor je neus en een enthousiaste serveerster. Er bleken ook nog hamburgers op de kaart te staan en die werden ter plekke vers gemaakt – niks diepvries, voorverpakt. De friet werd ter plekke met schil gesneden en we hebben dan ook heerlijk zitten eten. Aanrader!!!!! En voor deze leuke ervaring waren we maar $28,00 kwijt..  

Helemaal verzadigd langs de Snake River verder gereden naar Idaho Falls – een rommelige stad met een goede Wal-Mart. Voorlopig weer genoeg proviand. Via de 20 North verder gereden – door niemandsland…… kale vlaktes met opeens 3 bergen achter elkaar, ingehaald worden door de Statepolice met haast en langs verboden terrein van Atomic City.. een spannende weg…om te eindigen in het spooky en zo goed als verlaten Arko waar de weg naar Craters of the Moon begint.

We zien al snel de bekende lava-formaties en rond 16.00 uur reden we hete camping van het park op waar we al gauw een mooi plekje vinden, registreren en vervolgens in het visitor-center een permit halen om door de grotten te wandelen en bezoeken daarna het park. Ondanks de hitte lopen we meerdere trails. De grotten liggen meer naar de buitenkant van het park. Het wandelpad is duidelijk, het lopen door de grotten is weer een hoop kruip door, sluip door en de terugweg loopt via de lavaformaties bovenop en dus moeten de houten paaltjes in het oneindige veld gevolgd worden - Tom vindt het geweldig! Moe, heet en voldaan strompelen we terug naar de camper en eenmaal op de camping zitten we in de schaduw van de camper met een biertje.

We besluiten maar een boterham te eten en gaan daarna naar het avondprogramma – een hele interessante lezing met foto’s van raptors and birds of prey die in het park en het gebied er omheen voorkomen. Ondersteund door de vleermuizen die op de insecten jagen die op het licht van de projector afkomen. In het donker zoeken we de weg naar de camper en duiken voldaan in bed.

Km: 157241 = 360 km

 

Maandag 30 juli

Iedereen was vanochtend al vroeg wakker door de zon – en het was direct heet. Dus om 09.00 uur waren we al weer op weg – met de airco op de hoogste stand en reden via het postkantoor van Arko (kaarten) de 93 north richting Challis/Salmon – een prachtige weg die onder de Lost River Range en Salmon River Mountains ,langs de Lost River en de Salmon River loopt. We bleven ons verbazen over de vergezichten, bergtoppen, de Grand Canyon View (waar de weg opeens tussen enorme rotswanden loopt) en in Salmon bezochten we tot vreugde van Tom het Sacagawea Cultural and Historical Center.

Hij leest momenteel het boek en zit er helemaal in. Aangezien het al 13.00 uur was hebben we op de parkeerplaats geluncht en daarna de 93 North naar Lost Trail Pass gereden - de plek waar Lewis en Clark de weg kwijt raakten en de grensovergang met Montana ligt, maar ook de afslag via weg 42 naar Big Hole National Battlefield waar de Nez Percé zijn afgeslacht – een indrukwekkend klein museum in beheer van de tribe. Uitkijkend over de vallei dan word je toch wel triest als je bedenkt dat er zoveel vrouwen,kinderen en ouderen nodeloos zijn afgeslacht. Het is een prachtig museum en kom je er langs tijdens een doortocht zou ik zeker stoppen, maar het omrijden is het niet echt waard……

De camping in de buurt blijkt een natuurcamping en we hebben echt full hook-up nodig dus we besluiten terug te rijden en door te rijden richting Hamilton. Onderweg komen we niet veel tegen en aangezien het redelijk vroeg is en we opeens telefoonbereik hebben bellen we de KOA in Missoula – en die heeft nog 1 plek. Dus: planken en richting Missoula waar we om 18.35 uur arriveren – een enorme domper: midden in een trailer woonwijk, hartstikke druk, open voor iedereen – absoluut een NO-GO..

Maar goed, we hebben full hook-up, Tom heeft zijn (wel mooie) zwembad, Angela draait weer de was en er hangt een TV zodat we nieuws en Olympische Spelen kunnen kijken. Om 19.00 uur ligt de spaghetti op het bord en tot 21.45 uur liggen we met z’n allen af te koelen in het zwembad. Daarna trekken we een flesje wijn open, laptop en mail worden bekeken en we hopen dat het nog afkoelt. 

Km: 157779 =  538 km  (idioten)  

Dinsdag 31 juli

Het zonnetje was vanochtend vroeg al weer aanwezig en dus was iedereen vroeg op. Na een ontbijtje en douche reden we het straatje van de camping uit, linksaf de snelweg op en 5 km verderop er weer af en reden recht op het Missoula Smoke Jumper Visitor Center af: een klein vierkant gebouwtje.

Dat wordt een kort bezoekje ….. dachten we……. Bij binnenkomst werden we enthousiast begroet en werd er gewezen op de rondleiding van 10.00 uur ..mmm… rondleiding klinkt dan wel interessant want het museum was ondanks de zeer interessante informatieborden, pakken, video (zeer indringend!!) en replica van een watch-tower uit de jaren “30 erg klein…. En inderdaad: om 10.00 uur ging de voordeur op slot en werden we meegenomen naar het achtergelegen complex – dat is vanaf de weg niet te zien maar hier gebeurt het allemaal;  er werd daadwerkelijk overal gewerkt en wij mochten er gewoon tussendoor lopen: de meldkamer, de lockerroom waar we gewoon de persoonlijke spullen zagen ( foto’s van kinderen, brieven, tekeningen, sokken, shirts alles), de reparatiekamer, de parachuteruimte, de inpakruimte, rugzakken met wat ze allemaal mee moeten nemen – en dat alles werd duidelijk uitgelegd en

toen ging er plotseling een luid alarm. Wij hadden meteen zoiets van: “ach, het is voor de rondleiding” totdat er daadwerkelijk overal mannen vandaan kwamen, binnen 5 minuten aangekleed waren en gecontroleerd en wij achter hen aan mee naar buiten mochten en zagen hoe het overige vliegverkeer werd stilgelegd en zij met het vliegtuig vertrokken, evenals de 2 sproeivliegtuigen. Het was wel degelijk echt – de brand lag net iets ten noordoosten van Missoula. Dit was toch wel heel bijzonder – ook al is de aanleiding minder. Groot respect voor deze lui!!! Uiteindelijk stonden we na 1½ uur weer buiten…..  

Via de reeds bekende weg reden we terug naar een grote shoppingmall in de buurt van de camping en ging Angela los bij Barnes and Nobles (waar we de boeken voor Pim gelukkig vonden) en Anton bij de Best Buy (we hebben een tablet gekocht). De heren waren de rest van de middag zoet – boys and their (expensive) toys…….   Bij de Wal-Mart hebben we (de laatste?) grote inkopen gedaan en de rest van de middag geluierd en gezwommen op de camping.  

Om 23.00 uur de buren dringend en (on)vriendelijk verzocht een eind aan de herrie van de generatot te maken en daardoor konden de oogjes eindelijk dicht.  

Woensdag 1 augustus

Om vervolgens door diezelfde generator om 07.00 uur te worden gewekt… voordeel is wel dat je weer vroeg op pad bent: 08.30 uur….. Via Highway 20 reden we de 39 North op – vreselijk deprimerend. Het mooiste stuk lag t.h.v. St.Igantius Historic Mission: prachtige wetlands!

Bij Polson reden we op Flathead Lake aan en namen de westelijke route: slingerend langs de oever reden we zo naar het noorden en hadden prachtige vergezichten. Bij Somers namen we weg 82 en kregen sterk het gevoel dat we de “Biblebelt” van Flathead Lake inreden: om de 30 meter staan er enorme billboards met daarop de 10 Commandments en bijna ieder huis heeft zijn eigen - Baptist, Lutheran, Saints of Latter Day, Jehova’s Witness-kerkje…….

Via de 83 reden we naar Columbia Falls, Hungry Horse Reservoir, Middle Fork Flathead River naar West Glacier om daar via de entrance Glacier National Park binnen te rijden – ook hier weer ALLE campgrounds full, dus we zijn blij met de internet-reserveringen…..

Na een stevig verhaal over de beren en beer-en-campinggedrag kunnen we onze plek gaan zoeken en staan nabij de oever van Lake MacDonald en Fish Creek.

We lopen door de struiken en tussen de bomen naar het water en kijken ademloos naar het uitzicht: ansichtkaartgehalte! Daarna in Apgar Village hout voor het kampvuur gehaald en luieren de rest van de middag op de camping: wijntje, vuurtje, lekker eten, genieten van de stilte en de sterrenhemel en het geluid van stromend water op de achtergrond.  

Donderdag 2 augustus

Toch weer vroeg wakker dus na het gebruikelijke, rustige ochtendritueel zetten we de camper op de parkeerplaats van Apgar Transit Center – we mogen immers met de camper de “Going – to-the-Sun-Road” niet op. We kunnen met het busje van 10.20 uur wel in 1x naar Logans Pass – dus we wachten tot het busje komt en met een gezellige chauffeur en 8 man rijden we in vlot tempo naar boven – tot vlak voor de Logan Pass, want daar zijn - jawel ook op die hoogte - wegwerkzaamheden en hilarisch genoeg is het dus file rijden op de bergwand…….. Uiteindelijk stappen we uit en met de rugzakken om en onder gefluit van de vele prairiehondjes zoeken we het begin van Hidden Lake Trail – dat al snel gevonden wordt.

Vol goede moed beginnen we te lopen en genieten van het prachtige uitzicht, de prachtige bloemen, de vele chipmunks, de hoary marmots ( wat zijn die dik!)

de pika’s, de berggeiten en … we moeten met onze sandalen door de sneeuw en het ijs. Eenmaal bij het uitzichtpunt is het genieten van het  geweldige uitzicht – helaas kunnen we niet verder hiken tot het meer zelf: er staat een bord dat de trail gesloten is “due to bear activity”. Bummer, maar goed……. We zien echter het slechte weer snel op ons afkomen dus we besluiten terug te lopen en voordat we goed en wel bij het visitor center terug zijn vallen de eerste druppels en trekt er een enorm regengordijn over het gebied. Het busje komt echter na 2 minuten al aanrijden en zo zijn we weer op de terugweg.

In Apgar halen Tom en Angela koffie en een ijsje en wachten tot Anton met de camper komt. Dat duurt iets langer, want vanochtend hebben we de koplampen aangelaten en dus is de accu leeg. Gelukkig is er een medebezoeker met startkabels en loopt ie snel weer…. Om 16.30 uur zijn we weer op de camping en als uiteindelijk na het eten het kampvuur brandt krijgen we nog een regen-en onweersbuitje. Dat wordt dus naar binnen verhuizen….

Km: 158070   

 

 

Vrijdag 3 augustus

Na een heerlijk koud nachtje – goed voor de slaap – vanochtend weer vroeg wakker en na het gebruikelijke ochtendritueel reden we rond 09.20 uur aan richting Avalanche Creek. Tot daar kunnen we met de camper wel komen en de parkeerplaats heeft een beperkt aantal plaatsen dus willen we op tijd zijn. Dat lukt en na het wisselen van korte broek voor lange broek de rugzakken omgehangen, gesprayd tegen muggen, ingesmeerd tegen zonnebrand, water en boterhammen mee en het begin van de trail naar Avalanche Lake gezocht. Het begin is vrij pittig klimwerk en dit keer ook een nieuw bordje: naast beren moeten we nu ook goed letten op poema’s (mountain lions). Na Avalanche Gorge – waar het water na de regen van gisteren behoorlijk doorheen klettert – begint het echte klimwerk. Maar de omgeving is erg mooi dus we lopen gestaag door en ruim 1½ uur lopen verandert de begroeiing en lopen we opeens tussen hoge varens, bloemen en planten door en zien we flinke stroompjes een enorme bergwand af komen. Na een bocht in het pad lopen we opeens recht op het meer af – het is schitterend! We zakken neer op één van de vele boomstammen die op het kiezelstrand liggen en nemen de omgeving in stilte op – de wandeling meer dan de moeite waard! In een pittig zonnetje eten we de boterhammen en na 3 kwartier de terugweg ondernomen – die beduidend sneller gaat dan de heenweg….

Op de terugweg bij lake MacDonald Lodge de noodzakelijke inkopen gedaan (parkeren is hier wel lastig) en om 14.30 uur waren we terug op de camping. We aten vandaag wat vroeger, want door al dat klimmen en klauteren hebben we ENORME honger.. Inmiddels hoorden we van een ranger dat de vele helikopters die we boven Avalanche zagen aan het zoeken zijn naar een hiker die sinds 28 juli wordt vermist…

Na de koffie hebben we in het amphitheater een leuke lezing bijgewoond van een ranger over pika’s. Angela en Tom werden enthousiast toen hij vertelde dat hij er een paar had meegenomen: de aardappels waren voorzien van oortjes en een getekend snoetje en leken net echt , hahahahaha….! We hoorden hier ook de bijnaam van de hoary marmot: whistle-pig  

De rest van de avond hebben we elkaar met Uno flink dwars gezeten en het zweet van de dag afgespoeld. Op tijd naar bed: morgen rijden we naar de andere kant van Glacier – maar moeten omrijden i.v.m. de lengte van de camper en de Going–to-the-Sun-Road.

Km: 158127 = 57 km  

Zaterdag 4 augustus

Het zonnetje was vanochtend weer vroeg aanwezig – dus waren we weer vroeg op pad. Via West Glacier reden we het park uit en gingen daar de 2 East op – een prachtige weg langs de rivier. Bij Summit – inderdaad, weer een pas – zitten speciale mineralen in de rotsen waardoor de mountain goats er regelmatig zitten (zij likken deze mineralen als aanvulling op hun voedsel) – en die zaten er ook!

Daarna lange tijd door het indianenreservaat gereden – wat een gigantische armoede en rotzooi! Het Museum of the Plain Indians doet aan de buitenkant het ergste vermoeden – maar eenmaal binnen kijk je je ogen uit : authentieke en zeer oude spullen, van kostuums tot hoofdtooien, tot werktuigen,tot kralen,speelgoed enz, in prachtige displays en zeer duidelijke informatie. De video was heel duidelijk en interessant en legde de link tussen de kolonisten en de veranderingen die dat brachten in het leven en de leefwijze van deze mensen. Heel jammer dat je er geen foto’s mocht maken! (er was ook geen boekje oid aanwezig) Zeer de moeite waard om te bezoeken!  

In Browning met enige schaamte in de lokale (indianen)supermarkt inkopen gedaan en na een broodje Subway gauw verder gereden via de 89 North. De weg werd al gauw weer prachtig en langzaamaan doken de bergtoppen weer op van Glacier – nu vanaf de oostkant….

We reden al vrij vroeg de camping bij St.Mary op: net binnen de parkgrens dus hier werkt de annual parks pass ook weer goed. Eenmaal op het prachtige, ruime plekje tussen de struiken en in de buurt van de rivier keken we elkaar aan en hadden dezelfde gedachte: het is vroeg, het is warm, we willen zwemmen en het enige zwembad is op de KOA, 3 miles verderop…….. 

En zo gezegd, zo gedaan: de KOA bleek nog 1 !!!! full hook-up te hebben en het zwembad was niet alleen prachtig,maar groot en gloednieuw! Binnen 5 minuten waren we aangekoppeld, had Tom de zwembroek aan, deed Angela de was en Anton gebruikte de wifi…… we zijn weer blij! De rest van de middag bij het zwembad in de zon gelegen en ’s avonds het kampvuur aan en al het hout opstoken want morgen gaan we de grens met Canada over en het hout mag niet mee! Tom speelt nog wat spelletjes op de tablet en pakt de gitaar ter handen – we zijn blij dat we hier aan gedacht hebben!

Km: 158305 = 178 km  

Zondag 5 augustus

Na een heerlijk koude nacht vanmorgen om 07.00 uur al wakker, afgekoppeld, Tom op ons bed te slapen gelegd en vertrokken we via Babb naar Many Glacier – een “rough road” zoals de bordjes langs de weg zeiden en dat was het dan ook. Knap dat Tom met al die herrie bleef doorslapen.

Zodoende stonden we om 08.00 uur op het parkeerterrein bij het Swiftcurrent Motor Inn – en hebben daar ontbeten en toegekeken hoe de eerste (volbepakte) hikers vertrokken. Na insmeren met zonnebrand, sprayen tegen insecten, héél veel drinken in de rugzak en héél veel proviand en de petten op hingen wij ook de rugzakken om en liepen om precies 09.00 uur het beginstuk van de Iceberg Lake Trail op. En zoals we in de beschrijving hadden gelezen: een pittige klim (zal maar niet herhalen wat er die eerste 500 m door Angela allemaal werd verzucht…..) maar het uitzicht en de planten en bloemen maken het meer dan goed. Als dat stuk eenmaal achter de rug is gaat het pad redelijk vlak verder – het is goed zichtbaar en heel goed te belopen. We hebben niet zo’n hoog tempo omdat we volop genieten van het uitzicht en goed om ons heenkijken met het oog op mogelijke beren. We zijn trouwens niet alleen: je hoort overal duidelijk de berenbellen en het geroep van mensen als ze een bocht of een groep struiken naderen. Het is berry-season en de beren zijn volop bezig om de vetlaag voor de winter op te kweken…

Bomen en struiken wisselen af met alpine weitjes waar de diverse soorten bloemen volop in bloei staan –  beargrass heeft in de eerste instantie wel wat weg van bloeiend bamboe, maar de bloemen lijken op zuidenwindlelies….. Angela blijft fotograferen….. Halverwege het pad komen we bij de Ptermigan Falls - een prachtige waterval met grote keien waar je even heerlijk kunt uitrusten en kunt genieten van de omgeving. Hele jonge eekhoorntjes in de bergwand vermaken de boel en lijken niet schuw…

Na een flinke slok en een banaan lopen we via een smal houten bruggetje het pad verder op en na een bocht komen we in een enorme vallei waar de rotswanden hoog boven ons uitsteken en we diep naar beneden kijken – goed turend of er geen beer rondscharrelt…… Op de diverse berghellingen ligt nog flink wat sneeuw en in de verte zien we de rotswand in een soort kom lopen en vermoeden dat dat onze bestemming is. We moeten dan nog ruim 1,7 mile lopen en na de volgende fles met drinken lopen we verder – waarbij we zelfs nog over het ijs moeten en middels een houten brug ( lees : 3 houten balken naast elkaar) de kreek over moeten. (De kreek met het smeltwater van Iceberg Lake.) Als we het bruggetje net zijn overgestoken en aan de laatste klim beginnen horen we een luide knal en daarna gerommel alsof het onweert – het is echter strak blauw en de zon schijnt volop. Als we de bocht in het pad volgen zien we Iceberg Lake ineens voor ons liggen en wat blijkt? Er is net een groot deel van het ijs op de bergwand naar beneden gekomen – we hebben het net gemist, maar wel gehoord…..

Ademloos lopen we richting het meer: het ligt helemaal vol met ijsschotsen! Dit hadden we niet verwacht. Op foto’s dreven er een paar ijsschotsen maar nu we er staan ligt het gewoon vol! Onvoorstelbaar – we blijven dan ook foto’s maken en genieten. Uiteraard moet het water aangeraakt worden: Angela lukt het om 5 seconden met blote voeten er in te staan. Er zijn mensen die in hun zwemgoed een duik nemen – het water is echter 2? C……. We blijven er ruim een uur en na het eten van al ons brood, de wortels en de mueslirepen en prachtige indrukken besluiten we de terugweg aan te vangen – we moeten immers dat hele stuk ook terug.

Ook hier blijkt dat het sneller gaat dan de terugweg en voor we het weten lopen we op het laatste steile stuk – dat nu steil naar beneden gaat en waar mensen ons tegemoet komen met de mededeling dat er zo’n 250 m verder op een beer op de helling rondscharrelt… voorzichtig lopen we verder en iets verderop staat er een hert midden op het pad. We kunnen er rustig langs en terwijl we dat langzaam doen zien we inderdaad opeens schuin boven ons een bruine kop en een deel van ene lijf: een grizzly! We hebben er eindelijk een gezien, maar tegelijkertijd is het toch wel heel dichtbij dus na een laatste blik lopen we rustig verder naar beneden en eenmaal bij de camper blijkt hoe moe we zijn – en intens tevreden! Anton en Tom halen ene bak koffie en Angela kotst de vermoeidheid eruit….

Na een half uurtje uitblazen nemen we een douche – wat is een camper dan toch handig! – zetten de airco aan en rijden om 15.30 uur naar Babb om via de 89 North de Chief Mountain Highway (17) te nemen. Daar ligt ook de grensovergang met Canada: Port Chief Mountain.

Wat een verschil met de Amerikaanse overgang! Een zeer vriendelijke beambte vraagt hoe de vakantie is, wat we gaan doen, wat we van Canada vinden, stempelt de paspoorten af zonder verdere vragen en wenst ons nog een fijne vakantie toe. Wat een verschil! Met minder dan een minuut rijden we Canada in. Complimenten voor de Canadese Immigratie.  

Met en klein half uurtje rijden ligt daar opeens Waterton Town en Waterton Lake met het prachtige Prince Edward Hotel. Een beetje zoeken door het overigens kleine Waterton en dan staan we midden in het plaatsje op de overvolle camping – al gauw zijn we aangekoppeld, loopt de airco, staat de laptop en de tablet aan en zien vervolgens tegen de avond de herten de camping oplopen. Ze grazen gewoon naast je stoel! We liggen er op tijd in – we zijn behoorlijk moe van Iceberg Lake……

Km: 158421 = 116 km   

Maandag 6 augustus

Het zonnetje kwam vanochtend vroeg de camper al in – dus we waren er weer eens vroeg uit. Nu kwam dat mooi uit want we kunnen deze camping niet verlengen (full) en Crandell Creek is een “First come, first served“ camping dus we willen er op tijd zijn… Zodoende reden we om 08.45 uur uit Waterton weg en reden we na 5 minuten de Red Rock Parkway op – een weg als een achtbaan maar wel verschrikkelijk mooi! Na de eerste bocht stroom de rivier prachtig langs de weg en zien we de eerste beverburcht. Iets verderop zien we opeens iets zwarts in de berm bewegen: een zwarte beer! Klik!Klik!Klik! Daarna doorgereden en via een zeer smalle brug reden we het kampeerterrein op en jawel: er waren wat plekjes. Zodoende stonden we om 10.00 uur op een smal plekje tussen struiken aan het eind van de camping- wel heerlijk rustig, maar nu al veel ongedierte…… We besluiten naar red Rock Canyon te rijden om te kijken of we bij/op/in/aan het water kunnen komen dus via dezelfde smalle brug weer de Red Rock Parkway op – en nog geen 5 minuten verderop komen we in de berm zwarte beer nummer 2 tegen – hij negeert ons volledig en doet zich tegoed aan de vele bessen. Klik!Klik!Klik!   Bij Red Rock Canyon is de parkeerplaats nu al overvol en we kunnen er niet bij het water komen dus we besluiten de hele weg terug te rijden en bij Waterton een plek aan het meer te zoeken. Dus we draaien om en nog geen 5 minuten verderop komen we beer nummer 3 al etend in de berm tegen : klik!klik!klik!  

Vanaf de Red Rock Parkway draaien we richting Waterton en zien bij Emerald Bay een mooi kiezelstrand en een vrijwel lege parkeerplaats dus met en flinke zwiep draaien we het parkeerterrein op, zetten de camper in de schaduw van de boom, trekken de zwemspullen aan, zetten de stoeltjes in het water (in de eerste instantie ijskoud, maar went al snel) en genieten!!!!! Tom heeft het druk met het vele drijfhout en maakt zijn eigen kajak en wij genieten van het uitzicht, het briesje, de zon…. Totdat de rust wordt verstoord door Tom die iets verderop een zwarte beer uit de struiken  ziet lopen en deze plonst zo het water in! Na ff gestaan te hebben kijkt ie een keer, draait zich om en voor we de foto kunnen maken is ie in het struikgewas verdwenen: beer nummer 4! Heel bijzonder!   Aan het eind van de middag hebben we er genoeg van en rijden terug en besluiten nog even naar red Rock Canyon te rijden.

En terwijl we de camping net voorbij rijden zien we opeens aan de rechterkant van de weg in de berm een zwarte vlek: een beer! Anton roept: een grote en Angela roept: een kleine. En jawel: er scharrelt een sow met haar cub in de berm! Het jong dartelt vrolijk door het gras tussen de bloemen en is erg speels, de moeder eet onverstoorbaar van de bessen. Angela gaat met de camera op het bed van Tom liggen en kan zo van bovenaf prachtige foto’s maken. Het lijkt wel alsof ze af en toe speciaal poseren! Als er steeds meer auto’s komen te staan heeft moeder er op een gegeven moment genoeg van en samen verdwijnen ze tussen de bomen.! 

Helemaal blij rijden we door naar red Rock canyon, waar Tom in de camper blijft. De blaren spelen op en hij is moe. Angela en Anton bekijken de prachtige rode wanden en Anton loopt zelfs een heel stuk tussen de wanden door. Daarna rijden we naar de camping waar we vooraan (gratis) hout inladen en bij het rijden naar het plekje ziet Angela nog lege, ruime plekken tussen de dennenbomen. Aangezien de muggenbulten van dag 1 en 2 nog niet weggetrokken zijn en het struikgewas op de huidige plek het ergste doet vermoeden besluit ze een andere plek te vragen – en dat is geen enkel probleem.

Zodoende staan we 5 minuten later halverwege de campground tussen de dennenbomen op een zeer ruime plek en kan het kampvuur aan. En kunnen we uitgebreid de vele,enorme blaren op Tom z’n tenen bewonderen, doorprikken en bepleisteren. Complimenten voor deze bikkel dat hij daar gisteren bij Iceberg Lake mee heeft gelopen! Tom valt met rode wangen in slaap en om 19.00 uur maken we hem wakker en eten we wat, want om 20.00 uur wilde hij graag naar een native storyteller (Blackfoot). Zodoende gaan Angela en Tom luisteren naar de prachtige verhalen die Kenneth “Eagle” Storyteller vertelt – genieten!

Als we terugkomen vertelt Anton dat de ranger langs is geweest om te melden dat er een beer is gesignaleerd – klopt, Anton had hem 5 minuten daarvoor door het struikgewas bij onze plek horen lopen…….mmm…… opletten dus….. Overigens kregen we een compliment voor onze “spotless campground site”   We stoken het vuur nog wat op, zien het donker worden, het wordt koeler en we kruipen er tevreden in. O ja, de ranger vertelde ook dat we een huis-poema op het terrein hebben…mmm….

Km: 158493 = 72 km  

Dinsdag 7 augustus

Na een mooie, koude sterrennacht, volle maan en onrustig slapen waren we vanmorgen later op dan anders. Op het gemak naar Waterton gereden haalden heerlijke koffie en muffins bij Pearl’s en reden daarna via de Arkamina Parkway naar Cameron Lake gereden. Een leuke en mooie route maar je hoeft er niet voor om te rijden……. Op de terugweg gestopt bij Crandall Creek Trailhead – het was “maar” 1,2 mile lopen. Tom sputterde nog enigszins maar liep wel mee.

Het was een bijzonder pittige klim maar het meer ligt wel erg mooi verscholen tussen de bomen en de bergwanden. Ook hier prachtige vlinders en .. een sneeuwhoen op ons pad. Het bleef gewoon zitten en op het allerlaatste moment, toen we te dichtbij kwamen fladderde het een boom in en bleef op een tak zitten. Eenmaal terug bij de camper besloten we eerst naar de liquor store te rijden en halen daar 6 blikjes bier en een fles witte wijn en dat alles voor ………… 33 CAD!!!!!!! Geen wonder dat er hier weinig alcohol wordt verkocht…. Bij de food market (zeer beperkte voorraad!!) halen we  hotdogs en rijden weer naar het strandje .

Als we ter hoogte van het hotel rijden zien we hoe een zwarte beer paniek zaait onder de mensen op het strandje daar: hij loopt tussen iedereen door en zakt neer in het water om vervolgens om te draaien en – langs de camper! – het terrein van het hotel op te lopen en in de struiken te verdwijnen. Klik!klik!klik! Beer nummer 7…. De hotdogs gaan er goed in en daarna strijken we op het strandje neer. Vandaag waait het harder dan gisteren en staan er kleine golfjes maar het windje zorgt voor heerlijke verkoeling! Via Red Rock Parkway rijden we terug naar de camping – dit keer geen beren op de weg, hahahaha! Na het opstoken van het hout gaan we voldaan naar bed!

Km: 158567 = 74 km  

Woensdag 8 augustus

Vanochtend weer vroeg wakker en met enige tegenzin reden we uit Waterton weg. Wat een fantastisch park! Eenmaal buiten het park namen we de weg naar Pincher Creek en de blauwe lucht zorgde voor een goed zicht op de Rocky Mountains – maar het weer sloeg om en het werd al gauw heiig. Na een uurtje rijden zaten we op Highway 2 North en daar gingen we er af om via een 15km lange weg naar Head-Smashes-In-Buffalo-Jump te rijden.

Een schitterend museum dat door het ontwerp amper opvalt in de rotswand en van binnen een zee aan ruimte heeft en een prachtige expositie bevat! Bij aankomst hoorden we muziek en eenmaal bij de ingang bleek dat er optredens waren van Blackfoot Indianen dus dat werd een 3 kwartier in de zon zitten en genieten. Daarna het museum bekeken, de trail naar de plek gelopen, ons verbaasd over de omgeving, het laatste pinnetje van de vakantie gekocht.

Na een stevige kop koffie en muffin reden we dezelfde weg terug en via de Highway 2 North reden we naar Calagary Campground West. Niet echt een favoriete plek, maar wel eentje met een RV-wash in de buurt. De camping zelf is sinds de vorige keer beduidend minder geworden – maar goed, het is de laatste nacht en we moeten toch opruimen.   We staan na het eten dan ook even moedeloos naar alle spullen te kijken: moet het echt in die 3 rugzakken en dan in de flightbags? Toch pakken we even stevig door want de wind trekt opeens behoorlijk aan; stof waait flink rond, luifels worden binnengehaald, de lucht wordt heel donker en we zien in de verte een enorm noodweer over Calgary heen trekken. Wij hebben alleen met het staartje te maken….

Km: 158900 = 333 km  

Donderdag 9 augustus

Na een zeer onrustig nachtje – we wisten vanochtend weer wat er met deze camping was: bovenaan ligt een cementfabriek waar zware vrachtwagens af en aan rijden en die beginnen al om 05.00 uur te rijden….en wij stonden aan de weg…. Maar goed, daardoor kunnen we op tijd gaan pakken, de camper helemaal schoonmaken, douchen en om 10.45 uur rijden we naar de overkant om de RV te wassen, iets verderop tanken we het propaan en de benzine af en vervolgens verdwalen we in een woonwijk op zoek naar het gitaarverhuurbedrijf dat we door logisch nadenken gauw terug vinden en ook dat wordt netjes afgehandeld.

We zijn lekker op tijd en rijden met alle spullen naar het hotel waar we om 13.30 uur alle spullen op de kamer kunnen leggen en rijden naar de Burger King om de hoek om te eten en rijden vervolgens 300 meter verder om de camper in te leveren. 

Eindstand :  158938 (In totaal hebben we deze vakantie 5533 km gereden – voor ons doen en zoals gepland heel weinig..) Goede planning vooraf en minder stress op dit moment…..

De afhandeling geschiedt ook snel en zo kunnen we met de taxi-voucher ons laten afzetten op de Olympic Plaza in downtown Calgary en genieten van een terrasje bij Earl’s , the Devonian Gardens en het bijbehorende foodcourt (goed eten!) scoren nog “the Book of Beerpong” voor Pim (kan het echt nog mee?) en besluiten rond 18.00 uur dat het goed is geweest en zijn met een snelle taxirit om 18.30 uur in het hotel.

Anton en Tom nemen nog een duik in het hotelzwembad, Angela kan alleen nog de afstandsbediening van de tv inklikken en iedereen ligt er dan ook vroeg in!  

Vrijdag 10 augustus

Om vervolgens vanochtend om 05.15 uur op te staan, te douchen, de shuttle van 06.30 naar het vliegveld te nemen, inchecken, (koffers zitten in totaal 4 kg onder het maximum gewicht) en kunnen direct door de immigratie USA – alles verloopt zo vlotjes dat we om 07.30 uur bij Starbucks aan koffie en ontbijt kunnen – om vervolgens te horen dat de vlucht naar Houston een uur vertraging heeft door technische problemen en om 09.15 uur horen we dat de vlucht vervalt……….

En dat wordt wachten op een overboeking……….. en dan moeten we tijdens het wachten van gate verhuizen. We zitten immers op papier op Amerikaans grondgebied, de gate is nodig voor de volgende vlucht maar we mogen het Canadese deel niet op…. Dus we verschuiven met z’n allen 3 gates verder en daar gaat het feest van overboeken vrolijk verder. We krijgen te horen dat we misschien aan het eind van de middag of begin van de avond(!) naar Frankfurt of Heathrow kunnen vliegen en dan door naar Amsterdam ………….. de moed zakt ons in de schoenen.

Anton trekt de laptop open en we zoeken naar andere mogelijkheden. We zien dan dat de KLM die dag een rechtstreekse vlucht naar Amsterdam heeft om 15.20 uur. Dit melden we even aan de stewardess die druk bezig is met de overboekingen en een beetje vriendelijkheid helpt: ze gaat bellen en 20 minuten later komt het verlossende woord: we kunnen mee op de vlucht van 15.20 uur!!!!!!!!!!!!!!

Dit betekent echter wel dat we onder strakke begeleiding en security onze bagage moeten ophalen want we gaan nu vanuit Canada maar zitten op papier nog op USA-soil…… We worden gedropt in de hal met de mededeling dat we “een” trap af moeten en vinden de hele trap niet…. Het is inmiddels 11.30 uur en we worden langzaam een beetje bluh….

Dus met een beetje drama en quasi-tranen van Angela bij de steward van Air Canada zorgen we er voor dat hij meeloopt tot aan de bagage (hadden we nooit zelf gevonden) neemt ons mee de lift in, zet ons af bij de KLM balie en blijft glimlachen…. Het meiske van de KLM ziet wel dat het huilen ons nader dan het lachen staat dus de boardingpassen zijn gauw geprint en we hebben een upgrade gekregen: economy comfort = veel beenruimte! Dat maakt wel weer veel goed! De tassen worden ook direct ingecheckt en zo kunnen we om 13.30 uur in de D-wing aan de lunch met de bonnen die we ook nog van Air Canada hebben gehad.

Uiteindelijk zitten we om 15.15 uur echt in het vliegtuig en heel comfortabel en vertrekken we om 15.30 uur lokale tijd en komen   

Zaterdag 11 augustus  

Om precies 08.00 uur op Schiphol aan. Met 7 uur vertraging toch 15 minuten eerder aankomen. We kunnen vrij snel onze tassen op de bagageband halen, gaan zonder problemen door de douane, de bus naar P3 staat klaar, Anton heeft de auto vrij snel (maar de parkeerkaart niet) en kunnen we uiteindelijk om 09.00 uur naar huis waar we om 10.05 uur de oprit oprijden.  

Het zit er weer op!